Moeten IS-volgelingen preventief worden opgesloten?
Larossi Abballa (25) schokte Frankrijk met een beestachtige moord op twee politiemensen. Toch kwam zijn daad niet uit de lucht vallen. Hij was bekend bij de inlichtingendiensten, net als de broers Kouachi (Charlie Hebdo) en Abdelhamid Abaaoud (brein achter de terreurgolf van 13 november in Parijs). Of Omar Mateen, die een bloedbad aanrichtte in Orlando.
Premier Valls reageerde fel. Hij wil geen 'Frans Guantánamo' waar mensen zonder proces worden opgesloten. Hij verklaarde zich bereid alle voorstellen te bekijken, zolang ze maar niet in strijd zijn met de rechtsstaat en de democratie. 'De beste manier om terrorisme te bestrijden is de democratie, de rechtsstaat, de vastbeslotenheid, de koelbloedigheid.'
Preventieve hechtenis heeft een aantal grote bezwaren, zeggen de tegenstanders. Ten eerste schendt de rechtsstaat zijn eigen principes, waarmee hij zich juist wil onderscheiden van de barbaarse willekeur van IS. Ten tweede kan de polarisatie tussen bevolkingsgroepen er juist door worden bevorderd.
Zolang de socialisten regeren, zal Frankrijk geen preventieve hechtenis invoeren. Maar de moord in Magnanville heeft het land diep geschokt. Niet alleen vanwege het beestachtige karakter, maar ook vanwege de destabiliserende werking. Handhavers van de rechtsstaat worden tot in hun eigen huis achtervolgd en vermoord. Naarmate de paniek toeneemt, komen draconische maatregelen dichterbij.
Volkskrant - Peter Giesen (15 JUni 2016)
Bestaat de lone wolf wel?
Als een mysterieuze schaduw doemt het woord vaak op, na een terroristische aanslag door een eenling: de lone wolf. Ook nu weer na de bloedige aanslag op een gayclub in Orlando, uitgevoerd door de 29-jarige Amerikaan Omar Mateen. Maar zo alleen zijn ze helemaal niet, stelde onderzoeker Paul Gill begin vorig jaar al in een artikel in de Volkskrant. Lees het hieronder terug.
Timothy McVeigh, Amedy Coulibaly, Anders Breivik. Drie mannen die doden op hun geweten hebben die de wereld schokten. Ze hadden totaal verschillende motieven, maar een gemeenschappelijke eigenschap: alle drie zijn ze getooid met de tot de verbeelding sprekende titel lone wolf - een eenzame terrorist die op eigen houtje zijn gruweldaad plant en uitvoert. Wat het ongelooflijk lastig maakt voor inlichtingendiensten om ze op tijd op te sporen.
Tot nu toe was ons beeld van deze figuren vooral anekdotisch. Maar dankzij een uitgebreide studie van Paul Gill (University College of London) naar meer dan honderd lone wolves, kantelt het standaardverhaal over de eenzame terrorist, die vanuit het niets lijkt toe te slaan.
Maar al te vaak blijken andere personen op de hoogte te zijn van de frustraties van de lone wolf. 'De daders lekten vooraf cruciale informatie over hun intenties', vertelt Gill. 'In zo'n 60 procent van de gevallen wist hun familie of directe netwerk zelfs iets behoorlijk specifieks over het terreurplot. Bijvoorbeeld: 'Ik ga een aanslag plegen op X.' Of: 'Er staat iets te gebeuren op dinsdag.'
'Dat verraste ons enorm, want een van de redenen dat we dit onderzoek deden, was juist omdat inlichtingendiensten die we spraken (het Amerikaanse ministerie van Homeland Security financierde het onderzoek, red.) met hun handen in het haar zaten. Hoe kun je lone wolves überhaupt verslaan? De heersende theorie was dat het kluizenaars zijn, die met niemand praten. Dat blijkt absoluut niet het geval te zijn.' Sterker nog, een meerderheid praatte niet alleen met de directe omgeving, maar produceerde van tevoren openbare statements over hun ideologie, in de vorm van brieven aan kranten, uitingen op webfora of zelfgeknutselde folders.
Waarom zijn ze zo open, met het risico dat hun plannen verijdeld worden? Om verschillende redenen, denkt Gill. 'Soms proberen ze anderen te rekruteren voor hun doel. Of ze doen het om vrienden te waarschuwen, zo van: je kunt beter niet naar die en die plek gaan. Maar de belangrijkste motivatie is dat ze propaganda willen maken voor hun politieke doel; ze zijn bang dat ze anders zullen worden afgeschilderd als een willekeurige psychopaat. Nee, ze willen juist om hun daad herinnerd worden - soms schrijven ze, zoals Breivik deed, dat ze een bepaald aantal slachtoffers willen overtreffen.'
Tarik Z.
Types als Tarik Z., de man die gewapend de NOS-studio binnendrong, rekent Gill namelijk niet tot de lone wolves. 'Die komt op mij over als een verward iemand, met enkel persoonlijke motieven. Het feit alleen al dat hij meteen zijn wapen neergooide toen de politie kwam en dus niet wilde sterven voor een hoger doel, bewijst dat we met iets anders te maken hebben dan de recente aanslagen.'
Vaak blijken daders contact te hebben met een bredere beweging, soms maakten ze zelfs deel uit van de commandostructuur van een terroristische organisatie. Heeft het nog wel zin om te spreken van lone wolves? 'Alleen in de zin van lone actors', legt Gill uit. 'Dat wil zeggen dat ze de uitvoering van hun terreurdaad voor eigen rekening nemen. Maar niemand radicaliseert in een vacuüm, liggend in bed. Je neemt ideologisch materiaal tot je, al dan niet online, je spreekt met anderen, al dan niet online. Veel van deze lone actors waren diep geworteld in een bredere beweging.'
Dat gaat verder dan alleen contacten. Ook training en hulp bij het verkrijgen van wapens komt voor. Tot het repeteren van de aanslag aan toe.
Hardnekkig imago
Ook lijkt het beeld van de ongrijpbare eenzame wolf autoriteiten weleens handig uit te komen, wanneer ze - ondanks beschikbare informatie - een fatale actie niet hebben kunnen voorkomen
Waar komt dat hardnekkige imago van de lone wolf dan toch vandaan? 'Ik vermoed dat dit beeld, dat je ook bij inlichtingendiensten terugvindt, gebaseerd is op Ted Kaczynski, de Unabomber (stuurde vanuit zijn boshut in Montana dodelijke bombrieven, red.). Die leefde zowel geografisch als sociaal gezien extreem geïsoleerd en deed alles zelf. Hij is het prototype van de lone wolf, maar beslist niet de gemiddelde.'
Ook lijkt het beeld van de ongrijpbare eenzame wolf autoriteiten weleens handig uit te komen, wanneer ze - ondanks beschikbare informatie - een fatale actie (denk aan de moord op Theo van Gogh) niet hebben kunnen voorkomen. De 31-jarige wetenschapper knikt. 'Precies.'
Tegelijk waarschuwt hij voor al te makkelijke kritiek. 'Het is ook ongelooflijk moeilijk. Sommige van de daders die ik onderzocht, waren inderdaad in het vizier van antiterreurdiensten, maar dat geldt voor zo veel mensen. Het aantal potentiële bedreigingen overstijgt het aantal dat je rond de klok in de gaten kunt houden verre. Je hebt cruciale partjes informatie nodig om iemand hoger op de lijst te kunnen zetten.
'Neem de gebroeders Kouachi in Frankrijk. Een buurvrouw heeft tegen een Canadese krant gezegd dat zij en haar man een poos voor de aanslag wantrouwend waren geworden, hun appartement waren binnengedrongen en er een lading wapens hadden aangetroffen. Maar uit angst voor de twee hadden ze het niet gemeld aan de politie. Anders was er zeker een rood lampje gaan knipperen bij de inlichtingendiensten.'
Mentale gesteldheid
Niettemin, ook dat laatste is soms nog twijfelachtig, erkent Gill. 'De vraag is: komen alle data bij elkaar op dezelfde plaats en op dezelfde tijd? Vrijwel elk parlementair onderzoek na een aanslag doet de aanbeveling dat overheden meer met elkaar moeten praten. Het blijven bureaucratische, grote organisaties; soms weet de rechterhand niet wat de linker doet.'
Bovendien, benadrukt hij, gaat het altijd om the perfect storm, een combinatie van factoren, voordat iemand echt toeslaat. 'Het is een mix van persoonlijke frustraties, een politiek of ideologisch gemotiveerd doel plus de capaciteit en gelegenheid om de actie uit te voeren. Ik erger me aan golden bullet-verklaringen die je steevast kort na terreuracties ziet opduiken, waarbij alles wordt gereduceerd tot één oorzaak, zoals religie óf een psychiatrische aandoening. Nee, het is én dit, én dat.'
Mentale gesteldheid speelt geregeld een rol: zo'n 30 procent heeft een geschiedenis van psychische problemen. 'Dit was voor mij de andere verrassing van dit onderzoek', aldus Gill. 'Met mijn collega Emily Corner heb ik dat afgezet tegen terroristische netwerken, daarin heeft slechts 5 procent een historie van psychiatrie. We denken dat labiele personen er door de leiding worden uitgefilterd. Het percentage onder lone actors is dus bijzonder hoog.'
Ook blijkt een relatief groot percentage van de daders een bekeerling te zijn of zijn er stressfactoren in het spel, zoals geldnood of baanverlies.
Meer samenwerken
Er bestaat geen eenduidig profiel van de lone wolf. Van alleenstaande werkloze met lagere school, tot gehuwde academicus met kinderen, een bonte verzameling individuen doemt op uit de studie
Wat betekent dit alles voor de bestrijding van radicalisering en terreur? 'Dat inlichtingendiensten meer moeten samenwerken met psychiatrische klinieken, maar ook met gevangenissen en maatschappelijk werk. Allemaal instanties die persoonlijk contact hebben met cliënten die potentieel gevoelig zijn voor extremistische ideeën. Die samenwerking is niet alleen lastig voor psychiatrische instellingen, maar ook voor diensten, omdat hun infrastructuur traditioneel gericht is op het onderscheppen van communicatie binnen groepen, zodat ze complotten kunnen oprollen.
Je moet in een vroeg stadium ingrijpen, omdat ze in de uitvoering wel alleen zijn. Wat de zaak verder compliceert, is dat er geen eenduidig profiel van de lone wolf bestaat. Van alleenstaande werkloze met lagere school, tot gehuwde academicus met kinderen, een bonte verzameling individuen doemt op uit de studie. Je zou daarom zeggen dat het weinig toevoegt als inlichtingendiensten ongericht in grote databestanden mogen zoeken, zoals na de aanslagen in Parijs nog krachtiger wordt bepleit.
Gill wil geen stelling nemen in dat debat, maar plaatst wel een kanttekening. 'Het gevaar van Big Data is dat je vaak vals alarm krijgt. Je moet echt weten welke data je nodig hebt, anders krijg je tonnen vol ruis, terwijl je naar dat ene signaal zoekt. Lukraak data verzamelen is niet genoeg, al beseffen inlichtingendienst dat zelf heus wel.'
Hoogopgeleid
Lang moest de wetenschap het zonder kwantitatief onderzoek doen, maar de ironie is dat met het aantal aanslagen ook de kennis over terrorisme groeit. Zo vond Gill behalve overeenkomsten ook significante verschillen tussen de drie onderzochte groepen lone actors: extreem-rechts (zoals McVeigh), single issue (bijvoorbeeld anti-abortus) en Al Qaida-geïnspireerd. De laatste groep is jonger, hoger opgeleid en vaker online actief, de eerste vaker werkloos en minder vaak online actief. 'Het is problematisch dat we over 'de terrorist' spreken alsof ze allemaal hetzelfde zijn. We moeten preciezer worden. Wie radicalisering in de richting van Al Qaida of IS wil voorkomen, moet zich bijvoorbeeld meer richten op universiteiten.'
En uit welke hoek komt de grootste dreiging? 'Als het gaat om het aantal doden per aanslag, dan zeg ik de rechtse lone actors. McVeigh (die in de VS een overheidskantoor opblies, red.) maakte 168 slachtoffers, Breivik 77. Maar als het gaat om een cluster van aanslagen in korte tijd, dan zeg ik de Al Qaida-achtige daders, gezien ook hun recente 'successen'. Al Qaida - en ook IS - is goed in het stimuleren van eenlingen, niet voor niets heet hun magazine Inspire. Het lukt ze beter dan voorgangers om die tot kleinschalige aanvallen te bewegen. Bij mij viel het kwartje na de moord op militair Lee Rigby midden op straat in Londen. Die bebloede dader met dat kapmes en zijn strak geregisseerde boodschap, in de wetenschap dat een of andere idioot het wel zou filmen en de media het vliegensvlug zouden publiceren. Dat was precies het doel, want terrorisme is als theater, het wil een publiek bereiken.'
Moeten we nu nieuwe aanslagen à la Parijs vrezen? 'Na opvallende aanslagen hoor je vaker dat zoiets nu de trend wordt, maar in wezen is Parijs tamelijk old school. We hebben echt wel eerder aanslagen met machinegeweren en gijzelingen gezien. Denk bijvoorbeeld aan de aanslag op de Israëlische atleten in München, 1972. Ook de Baader-Meinhofgroep deed veel van dit werk. Het hangt mede af van de barrières die een terrorist moet nemen: hoe makkelijk of moeilijk is het om aan kalasjnikovs te komen. Maar er zullen altijd gaten in het net zitten.'
Volkskrant - Peter Wieringa (13 Juni 2016)
Hoe ook voetbal doelwit is geworden van terrorisme
Salah Abdeslam houdt van voetbal. Hangend op de bank, al dan niet onder invloed van hasj, keek hij het liefst met vrienden naar de Champions League. Toch wilde hij zichzelf op 13 november 2015 opblazen en daarmee dood en verderf zaaien, liefst in het stadion van Saint-Denis, bij de oefenwedstrijd Frankrijk - Duitsland. Als daad van terreur, uit naam van IS.
Abdeslam bedacht zich op het laatste moment. In tegenstelling tot twee anderen wier bommen buiten het stadion afgingen.
Het leek altijd alsof voetbal vrij handig langs de verschrikkingen van terreur manoeuvreerde. Een romantisch klinkende, doch niet helemaal loze verklaring was dat ook terroristen van voetbal houden. Ze zouden wel gek zijn om het favoriete tijdverdrijf van velen, in welk werelddeel dan ook, te verpesten. Ze zouden ook zichzelf, als liefhebbers, benadelen en in sympathiserende kringen steun verliezen.
'De sfeer rond het toernooi zal drukkend zijn'
Vrijdag om negen uur trapt Frankrijk af tegen Roemenië. Het EK voetbal moet een feest worden. Miljoenen supporters uit heel Europa komen naar de tien speelsteden, niet alleen om te genieten van het voetbal, maar ook van Frankrijk zelf. Miljarden kijkers volgen het toernooi op televisie. 'Voor Frankrijk is het EK voetbal een heel belangrijke etalage', zei een medewerker van president Hollande. Lees hier verder.
Natuurlijk gebeurde weleens iets vreselijks, ook in Europa. De loyalistische paramilitaire UVF stormde in 1994 een bar binnen in Loughinisland, Noord-Ierland, en doodde zes mensen, terwijl die naar de historische zege van Ierland op Italië tijdens het WK in de Verenigde Staten keken. Maar dat was een incident, hoe erg ook, en geen aanleiding voor voortdurende angst.
Die tijd lijkt voorbij. Terreur bedreigt het EK, als nooit eerder bij een groot voetbaltoernooi. Vroeger waande het voetbal zich relatief veilig voor de boosheid van de wereld. Voetbal was zelfs een soort vrijplaats van vrede en veiligheid. Als er al geweld was, was het vooral supportersgeweld. Wie daarvan wegbleef, had weinig te vrezen.
Voetbal verbond. Voormalig journaallezer Gijs Wanders vertelde eens dat hij in 1981 in El Salvador was vastgezet door het regeringsleger. Hij was doodsbang. Op een gegeven moment hoorde hij vanuit zijn cel een wedstrijdverslag en hij begon tegen zijn bewakers over Cruijff. De stemming sloeg om. Hij was blijkbaar een kenner van het Nederlandse topvoetbal. Zo iemand zette je toch niet vast?
Nietsontziende drugsoorlogen in Brazilië werden tijdelijk stilgelegd als de nationale ploeg voetbalde. Voormalig wereldvoetballer van het jaar George Weah heeft zeker duizend keer verteld over de wapenstilstand tussen regeringsleger en rebellen tijdens duels van Liberia, de Lone Star. Weah schopte het later bijna tot president.
Overal op foto's van geweld zie je mannen in voetbalshirts, van alle clubs, uit alle landen, tussen rokende puinhopen. Of iemand nu voor- of tegenstander van een religie is, dictator of rebellenleider, voetbal is een kwestie van vrije en onvrije geesten. Voetbal is van het volk én van de elite. Chávez, Poetin, Morales, Amin, Mobutu, Rutte, iedereen koketteert (koketteerde) met voetbal, als hem dat zo uitkomt.
In tijden van voetbal ging het geweld vanzelf liggen. Natuurlijk, toernooien waren bijna altijd streng beveiligd, hoewel daarvan soms weinig was te merken. In Zuid-Afrika, bij de Confederations Cup in 2009 bijvoorbeeld, kon je als journalist bijna overal gewoon naar binnen lopen, ook bij de stadions. Er stonden bij de ingang wel scanners voor de tassen, maar die waren soms niet eens aangesloten. De bewakers lachten als je daarover een opmerking maakte. Wie ging nu een aanslag plegen? Iedereen hield toch van voetbal?
Natuurlijk waren er uitzonderingen, van terreur rond voetbal, maar geweld speelde zich meestal ver weg af. In Oeganda bijvoorbeeld, tijdens de WK-finale van 2010 tussen Spanje en Nederland, eiste de islamitische organisatie Al-Shabaab aanslagen op met 74 doden, mensen die in Kampala naar voetbal keken. President Museveni was ontzet: 'Als je wilt vechten, zoek dan naar soldaten en blaas geen mensen op die naar voetbal kijken.'
In het kalifaat vinden ze voetbal een zondige activiteit
Kampala was ver weg, net als Irak, waar in maart van dit jaar meer dan zestig doden vielen bij zelfmoordaanslagen tijdens een toernooi voor jeugd. Vooral de recente aanslagen in Parijs en Brussel hebben het geweld naar de Europese huiskamers gebracht en het verband gelegd met voetbal. Voortdurend gaat het over de dreiging rond het EK. Zelfmoordterroristen onder wie Salah Abdeslam hadden immers gepoogd het stadion binnen te komen, op 13 november.
De wedstrijd was doelwit, het spel zelf. Duitsland - Nederland in Hannover ging vier dagen later niet door vanwege terreurdreiging, net als België - Spanje op die dag. In Duitsland, waar de wedstrijd ruim een uur voor de aftrap werd afgelast, was de kwetsbaarheid voelbaar. Het was pure machteloosheid. Latente paniek contra acute dreiging.
IS, of welke hedendaagse terreurorganisatie dan ook, voelt zich niet schatplichtig aan het voetbal. In het kalifaat houden ze trouwens niet van het spel. Het is een zondige activiteit. Bovendien heeft IS het gemunt op onze manier van leven, zoals dat heet. Dan is voetbal opeens een ideaal doelwit. Al die massa's bij elkaar, feestend, zingend.
Volkskrant - Willem Visser (9 Juni 2016)
50 duizend ontheemden in Niger na aanval Boko Haram
Meer dan 50 duizend burgers in het zuidoosten van Niger zijn ontheemd na meerdere aanvallen van de islamitische terreurgroep Boko Haram afgelopen dagen. Dat meldt VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR.
Afgelopen vrijdag begon de extremistische groep de aanval op Bosso, een dorp dichtbij de grens van Niger en Nigeria. Daarbij kwamen 32 soldaten uit de twee landen om het leven. De burgemeester van Bosso liet maandag weten dat Boko Haram de controle heeft over het dorp.
Het geweld zorgde ervoor dat duizenden inwoners op de vlucht sloegen. Het grootste deel van de ontheemden is te voet gevlucht richting Toumour, 30 kilometer ten westen van Bosso, meldt UNHCR-woordvoerder Adrian Edwards aan persbureau AFP. 'Veel mensen zijn getraumatiseerd en maken zich zorgen over hun veiligheid. Ze slapen in de open lucht en hebben dringen onderdak nodig en andere hulp.'
Van de vluchtelingen in Toumour is een deel nog van plan door te reizen naar Diffa, ruim 140 kilometer ten westen van Bosso. Daar is een tentenkamp waar plek is voor 10 duizend mensen, het kamp is al bijna vol.
'Iedereen vertrok'
Boko Haram is nog lang niet verslagen
De nieuwe Nigeriaanse president Buhari was voorbarig toen hij zei dat de moslimterroristen 'technisch verslagen' zijn. Het leger kan de bevrijde burgers niet beschermen tegen aanslagen. Lees hier de analyse. (+)
Een journalist van de Nigerese Radio Anfani, die ook schuilt in Toumour, vertelt aan AFP hoe de extremisten van Boko Haram tot drie uur 's nachts in Bosso verbleven, verschillende gebouwen in brand staken en voedsel meenamen. 'Iedereen vertrok nadat de vechters uit het dorp waren weggegaan.(..) Ze kwamen in grote aantallen en schreeuwden 'Allahu akbar'.'
Boko Haram heeft als doel een islamitische staat in Nigeria te stichten. De terreurorganisatie heeft zijn wortels in het noordoosten van Nigeria, maar pleegt ook met enige regelmaat aanslagen in de buurlanden Niger, Kameroen en Tsjaad. In 2014 riep de groep een kalifaat uit in de deelstaat Borno. Aanvallen en aanslagen door Boko Haram hebben sinds 2009 aan zeker 20 duizend personen het leven gekost.
Boko Haram werd wereldwijd berucht na de ontvoering van 276 christelijke schoolmeisjes in Chibok, in het noordoosten van Nigeria. De zaak leidde tot een golf van verontwaardiging en campagne op sociale media (#BringBackOurGirls). Afgelopen maand werden voor het eerst meisjes teruggevonden.
Tsjaad
Tsjaad stuurt 2000 militairen naar buurland Niger om deel te nemen aan een tegenaanval op Boko Haram. Volgens bronnen bij het Tsjadische leger zijn de militairen dinsdag in Niger aangekomen en zijn ze inmiddels onderweg naar Bosso. De militairen hebben tanks bij zich en zullen zich onderweg naar Bosso bij een troepenmacht uit Nigeria voegen, zei een van de bronnen.
Tsjaad is een van de buurlanden van Nigeria die helpt de terreurbeweging te bestrijden. Ook Niger en Kameroen maken deel uit van de coalitie.
Volkskrant - redactie (8 Juni 2016)
Doden bij aanslag op kantoor Jordaanse veiligheidsdienst
Vijf mensen zijn om het leven gekomen bij een aanval op een kantoor van de Jordaanse inlichtingendienst in een Palestijns vluchtelingenkamp net buiten Amman, de hoofdstad van Jordanië.
De aanslag zou om zeven uur 's morgens (plaatselijke tijd) hebben plaatsgevonden, aldus de Jordaanse televisie. Het is vandaag de eerste dag van de Ramadan. Drie inlichtingenofficieren, een telefonist en een klusjesman hebben het niet overleefd. Er zijn verder geen details vrijgegeven.
Het vluchtelingenkamp Baqaa is geen kamp met tenten, maar een stad op zichzelf. Er wonen zeker 70.000 mensen: grotendeels nakomelingen van de mensen die op de vlucht zijn geslagen tijdens de Zesdaagse oorlog tussen Israël en haar Arabische buurlanden in 1967.
Volkskrant - Redactie (6 Juni 2016)
VS geven negatief reisadvies: pas op in Europa
De Verenigde Staten waarschuwen voor een hoger risico op terroristische aanvallen in Europa, deze zomer. De Amerikaanse overheid gaf woensdagavond een 'travel alert' uit voor Europa. Dit negatieve reisadvies geldt de hele zomer.
Amerika kent twee negatieve reisadviezen. De travel alert is een gradatie lager dan het hogere 'travel warning'. Travel warnings gelden onder andere voor Somalië, Mali en Syrië.
Het EK voetbal in Frankrijk, dat volgende week begint, is de directe aanleiding van het reisadvies van de VS. De grote hoeveelheden toeristen die tijdens de periode van het EK naar Frankrijk zullen afreizen, vergroot het risico op aanslagen significant, aldus de Amerikaanse overheid. 'Voetbalstadions, fanzones en locaties waar het toernooi wordt uitgezonden zijn potentiële doelwitten, net als andere grote sportevenementen die in Europa plaatsvinden.'
De Franse regering verlengde onlangs opnieuw de noodtoestand tot eind juli. Hierdoor blijft de noodtoestand zowel tijdens het EK als de Tour de France van kracht. Tijdens het EK is 90 duizend man beveiliging actief.
Nederland geeft reisadviezen volgens vier kleurcodes: groen, geel, oranje en rood. De travel alert van de VS is te vergelijken met het Nederlandse gele reisadvies, dat waarschuwt voor veiligheidsrisico's. In een reactie aan de Volkskrant laat een woordvoerder van het ministerie weten dat zij de situatie op de voet volgen. 'Zodra wij aanleiding zien, zullen we het reisadvies aanpassen', aldus een woordvoerder. Frankrijk heeft nu een groene status.
Gedragsrichtlijnen
Het zijn niet alleen sportevenementen waar de Amerikaanse overheid zich zorgen over maakt. Ook de wereldjongerendag van de Katholieke Kerk, van 26 tot 31 juli in Krakau in Polen, zou een potentieel doelwit voor terroristen kunnen zijn. Verwacht aantal bezoekers: 2,5 miljoen.
Naast deze twee specifieke evenementen waarschuwen de VS meer in het algemeen voor toeristische trekpleisters, restaurants, winkelcentra en drukke verkeersknooppunten. De overheid geeft in het advies gedragsrichtlijnen mee aan Amerikaanse toeristen die toch de oversteek aandurven. Hieronder vallen onder meer het vermijden van drukke openbare ruimtes, het luisteren naar lokale autoriteiten en het op de hoogte houden van familie thuis. Het negatieve reisadvies loopt op 31 augustus af.
Zorgen
Sinds de aanslagen in Brussel van 22 maart geldt al een mondiale waarschuwing van de Amerikaanse overheid voor verhoogde terreurdreiging. Volgens een woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken is het nieuwe reisadvies een gevolg op het eerdere. 'We vonden het goed om nu, aan het begin van de zomer, onze zorgen kenbaar te maken.'
Het negatieve reisadvies komt na een roerige periode in Europa. De aanslagen in Parijs en Brussel staan bij velen nog scherp op het netvlies. Bij de aanslagen kwamen respectievelijk 130 en 32 personen om het leven. Sinds de aanslagen in Parijs van november vorig jaar is de noodtoestand in Frankrijk van kracht.
Volkskrant -Yves Leroi (1 Juni 2016)
Familie taxichauffeur beschuldigt VS van moord na drone-aanval
De familie van de man die de taxi bestuurde waarin Talibanleider Mullah Mansour is vermoord, heeft de regering van de Verenigde Staten aangeklaagd wegens moord. Net als de chauffeur kwam Mansour tijdens een rit door Pakistan om door een aanval met een Amerikaanse drone.
Volgens zijn familie werkte Azam al meer dan acht jaar als taxichauffeur vanuit de plaats Taftan en was hij met zijn schamele inkomen de enige broodwinner. Hij had vier kinderen en een gehandicapte broer.
Door het indienen van de aanklacht is de politie verplicht de zaak te onderzoeken.
Islamabad boos
De aanval heeft ook de relatie tussen Pakistan en de Verenigde Staten weer op scherp gezet. Islamabad noemt het een schending van haar soevereiniteit, omdat Washington de Pakistaanse premier niet van tevoren zou hebben geïnformeerd over de aanval op Pakistaans grondgebied.
Vorige week zaterdag bestookten Amerikaanse onbemande vliegtuigjes de taxi waar Mansour in werd vervoerd. De wagen werd geraakt en brandde volledig uit. De Pakistaanse politie heeft twee volkomen verkoolde lichamen uit het wrak gehaald. Eén daarvan bleek na identificatie van de chauffeur Azam te zijn. De ander was het lichaam van Talibanleider Mansour.
Geen bewijs voor geplande aanslag Amsterdam
De personen die vorige maand in Roosendaal zijn aangehouden op verdenking van het beramen van een terroristische aanslag in Amsterdam, werden daar ten onrechte van verdacht. Dat blijkt uit gesprekken met personen die kennis hebben van het politieonderzoek, maar anoniem willen blijven.
In het televisie programma onder de Radar was woensdagavond te zien hoe de Dienst Speciale Interventies in april diverse personen arresteerde in Roosendaal. Onder hen een vermoedelijke Syriëganger en Samir O., die gold als een mogelijke financier van terrorisme. De persoon die eerder in Syrië was geweest om mee te vechten met jihadistische groeperingen zou een aanslag in Amsterdam hebben beraamd. Bij financier O. zouden explosieven en 100 duizend euro aan contact geld zijn aangetroffen.
Daar blijkt volgens de bronnen niets van te kloppen. Uit nader onderzoek blijkt dat de mannen ten onrechte beschuldigd zijn van terrorisme. Ook het aangetroffen 'explosief' bleek na bestudering geen daadwerkelijk explosief te zijn. Wel zouden de mannen zich in het criminele circuit begeven. Eén scenario is dat de politie door concurrenten van de twee bewust verkeerd is getipt.
Politie- en inlichtingendiensten krijgen dagelijks tips over mogelijke terroristen. In een groot aantal gevallen blijken die meldingen onjuist te zijn.
Volkskrant - Huib Modderkolk (19 mei 2016)
'De standaardterrorist bestaat niet'
Zelfmoordterroristen vertonen veel overeenkomsten, maar het is een illusie te denken dat ze aan een algemeen geldend profiel voldoen, zegt de man die het weten kan.
De jonge Palestijn Sarahne was 'overgelukkig' toen hij hoorde van een geslaagde zelfmoordaanslag in Israël. Een Palestijns tienermeisje, Ahlam, zei 'teleurgesteld' te zijn dat bij een andere aanslag slechts zes Israëli's om het leven kwamen.
Beiden werden geïnterviewd door Yoram Schweitzer, een Israëlische terreurexpert die in gevangenissen sprak met tientallen plegers van mislukte aanslagen en hun opdrachtgevers. Samen met enkele collega-onderzoekers uit Israël discussieert hij dinsdag in Brussel met vertegenwoordigers van de NAVO, de Europese Commissie en het Europees Parlement over de vraag of en wat Europa kan leren van terreurbestrijding in Israël. 'Wij hebben een einde weten te maken aan een tsunami van zelfmoordaanslagen.'
Kan een in bezet gebied geboren Palestijn vergeleken worden met een Franse Marokkaan die vrijwillig naar Syrië reist en zich bij terugkeer in Europa opblaast?
Schweitzer, een voormalige inlichtingenofficier die verbonden is aan het Institute for National Security Studies (INSS) in Tel Aviv: 'Er zijn volgens ons onderzoek, dat zich over vele jaren en landen uitstrekt, veel overeenkomsten tussen plegers van zelfmoordaanslagen. Van Bangladesh tot Brussel zijn ze volstrekt ongevoelig voor het aantal slachtoffers. Ze opereren in een groep, een cel. De leider wordt blindelings gehoorzaamd. Vaak rechtvaardigen ze hun daden met dezelfde motieven: religie, nationalisme of - wat nu overheerst - de wereldwijde jihad.
'Dat wil niet zeggen dat we een soort psychosociaal profiel kunnen maken van potentiële zelfmoordenaars. Ze kunnen jong zijn of oud, goed opgeleid of juist niet, man of vrouw - steeds vaker vrouw trouwens - en hebben al dan niet een criminele achtergrond. Wie denkt een profiel te kunnen schetsen, is bezig met wensdenken.'
Dat maakt het er voor inlichtingen-en veiligheidsdiensten niet gemakkelijker op.
Europese inlichtingendiensten snakken naar extra capaciteit
'Nee, die kunnen niet iedereen elk moment in de gaten houden. Een inlichtingendienst is geen verzekeringsmaatschappij. Maar in Israël hebben we geleerd hoe belangrijk het is dat die diensten over voldoende middelen en mankracht beschikken. De binnenlandse veiligheidsdienst Shin Beth zegt vorig jaar 300 terroristische daden te hebben verijdeld, waaronder ontvoeringen en zelfmoordaanslagen.
'Ook in Europa zijn aanslagen voorkomen. Maar Europese inlichtingendiensten snakken naar extra capaciteit. Politici honoreren die wens lang niet altijd. Met soms ernstige gevolgen. In België bleek dat de politie door personeelsgebrek het onderzoek naar de broers Abdeslam moest staken voordat ze in Parijs toesloegen.
'Los van de capaciteit die inlichtingendiensten hebben, is het zaak dat ze niet stuiten op allerlei bureaucratische hobbels in eigen land. In Israël hebben we gezien hoe belangrijk het is dat ze nauw samenwerken met leger en politie. Wil een Palestijn uit Tulkarem met een bomgordel naar de Israëlische badplaats Netanya, dan hoeft hij niet veel langer dan tien minuten te reizen. Je kunt alleen snel en effectief handelen als er vooraf kennis bestaat over zijn bedoelingen, en die informatie gedeeld wordt door de betrokken overheidsdiensten.'
U schreef dat in het Westen lang de misvatting bestond dat de terreurgroep IS zich 'slechts' richtte op de stichting van een kalifaat in het Midden-Oosten.
'Ja, dat was een verkeerde inschatting. Toen zo'n drie jaar geleden de uittocht van 5.000 tot 7.000 westerlingen naar Syrië begon, was al duidelijk dat een deel van hen na terugkeer aanslagen zou plegen. Die werden aangekondigd in videoboodschappen en andere uitingen op internet. De aanslagen van eind vorig jaar in Parijs werden lang van tevoren in Syrië gepland en uiteindelijk in Brussel uitgewerkt. Te lang is gedacht dat IS zich alleen zou richten op het kalifaat.'
Na de aanslagen in Parijs en Brussel bestaat dat beeld niet meer in Europa. Wat kan Europa van Israël leren?
Plaats niet alle moslims in de verdachtenbank
'Europa staat voor het dilemma: kiezen voor het behoud van individuele vrijheden of voor het uitschakelen van de terroristische thuisbases van de fundamentalistische islam. In dat laatste geval moeten religieuze instanties scherper in de gaten gehouden worden, net als sommige liefdadigheidsorganisaties. Daarnaast moeten veiligheidsmaatregelen verscherpt worden op publieke plekken, zoals vliegvelden.
'Belangrijk is ook dat de strijd tegen IS wordt opgevoerd door de internationale coalitie waarvan Europese landen deel uitmaken. Meer bombardementen op Raqqa, de hoofdstad van het kalifaat in Syrië, en het IS-bolwerk Mosul in Irak. IS lijdt dan niet alleen terreinverlies, maar verliest ook aan symbolische waarde en daardoor aan aantrekkingskracht op jongeren uit het Westen.
'Wat Europa níet moet doen is een hele gemeenschap in de verdachtenbank plaatsen. Miljoenen moslims hebben niets met terrorisme te maken. Speur de kwaadwillenden op, houd hen in het oog. Ze willen juist dat hun omgeving zich vervreemdt van de westerse samenleving, waardoor er nieuwe jihadisten opstaan.'
Volkskrant - Theo Koele (3 Mei 2016)
Na de dood van Bin Laden groeit Al Qaida in de schaduw van IS
Voor de buitenwereld kwam het nieuws, maandag exact vijf jaar geleden, totaal onverwacht: Osama bin Laden, de man die toen nog de meest gezochte terrorist ter wereld werd genoemd, was gedood bij een speciale operatie van Amerikaanse Navy Seals. Intussen is duidelijk dat daarna het islamitisch extremisme niet is verdwenen. Wat is na het overlijden van haar leider de rol van Al Qaida nog?
'Twee decennia lang was Bin Laden de leider en het symbool van Al Qaida en bleef hij aanvallen plannen tegen ons land, onze vrienden en onze bondgenoten', zei de Amerikaanse president Barack Obama tijdens de persconferentie waarop de dood van de terreurleider wereldkundig werd gemaakt. 'Zijn dood is de grootste prestatie van onze natie in de strijd tegen deze organisatie.'
Op het eerste gezicht lijkt Al Qaida sindsdien inderdaad veel minder aanwezig op het wereldtoneel. De opvolger van Bin Laden, Ayman al Zawahiri, is veel minder charismatisch dan Bin Laden en doet meer denken aan een man die op vlucht is, dan een vijand die elk moment toe kan slaan.
Grote concurrent
Bovendien is er twee jaar geleden een concurrent opgekomen waar internationale strijders zich liever bij aansluiten: Islamitische Staat (IS). Deze groepering lijkt een veel grotere bedreiging te zijn voor zowel voor de stabiliteit in het Midden-Oosten, als de veiligheid in het westen. Ze heeft veel terrein veroverd in Syrië en Irak, en er worden over de hele wereld uit naam van IS aanslagen gepleegd.
Maar Al Qaida is nog steeds actief in landen als Jemen, Pakistan, Afghanistan en Syrië en volgens veiligheidsexperts moet de organisatie niet onderschat worden. Dit stond er bijvoorbeeld in een recent rapport van het Institute for the Study of War, een denktank uit Washington: 'Al Qaida streeft een gefaseerde, graduele en verfijnde strategie na waarbij ze IS de aandacht laat trekken in - en aanvallen laten uitvoeren op - het westen, terwijl het bouwt aan een infrastructuur die grote winst in de toekomst en op de lange termijn ondersteunt en onderhoudt.'
Al Qaida is altijd geduldiger geweest dan IS: ook de strategie van Bin Laden was gericht op de lange termijn. Hij hoopte dat zijn aanslagen de Amerikanen en het westen zouden demoraliseren en zij uiteindelijk hun steun voor seculiere Arabische regimes zouden opgeven, waardoor er een islamitisch kalifaat kon ontstaan. Wat betreft Islamitische Staat is de tijd van het kalifaat al gekomen, iets dat zeker aantrekkelijk is voor jonge, ongeduldige radicalen.
Dat dit niet per se in het voordeel van IS werkt, is te zien in Syrië, waar vrijwel alle aandacht uitgaat naar de strijd tegen IS, maar waar Al Nusra, dat gelieerd in aan Al Qaida, volgens experts een veel belangrijker speler is. 'Het is de belangrijkste groepering in de strijd tegen het regime van Assad', zegt Lawrence Wright, auteur van een boek over Bin Laden en Al Qaida in een interview met het Amerikaanse NPR. 'En in Jemen en andere plaatsen zijn er belangrijke partijen aangesloten bij Al Qaida. Ja, er is een concurrentiestrijd gaande met IS, maar ze zijn zeker niet kleiner geworden.'
Volkskrant - Sascha Kester (2 Mei 2016)
Waarom is Al Qaida zo populair in de Maghreb?
Vier redenen voor Al Qaida's opmars
AQIM - Al Qaida in de Magreb - slaat zijn vleugels steeds verder uit, ook in West-Afrika. Wat schuilt er achter deze verhoogde activiteit?
De eerste bekendheid kwam door aanslagen en ontvoeringen in het woestijngebied van Noord-Afrika. Maar AQIM, 'Al Qaida in de Islamitische Maghreb', opereert nu ook duizenden kilometers zuidelijker, zoals aan de tropische kust van Ivoorkust. West-Afrika lijkt het nieuwe jachtterrein. Afrikanen, maar vaak ook westerlingen, zijn de slachtoffers.
Senegal vreest sluipgang van radicale islam
In West-Afrika vindt de radicale islam steeds meer ingang. Terreurgroep AQIM - Al Qaida in de Maghreb - pikt steeds een andere hoofdstad uit voor een aanslag. Vrees is dat Dakar de volgende is in de rij. 'We waren ingeslapen, maar nu keren we terug naar de tijd van de Profeet.'
De oorsprong van AQIM ligt in Algerije, waar in de jaren negentig van de vorige eeuw zowel politieke als gewelddadige islamistische groepen actief waren. De huidige naam ontstond begin 2007, toen de beweging officieel aansluiting kreeg bij de terreurorganisatie Al Qaida van wijlen Osama bin Laden.
De afgelopen maanden is AQIM met aanslagen in diverse landen in het nieuws gekomen. Ook de aanval in maart, op een hotel in de Malinese hoofdstad Bamako waar militaire trainers van de Europese Unie verblijven, is mogelijk het werk van AQIM. De verhoogde activiteit van de terreurgroep heeft verschillende redenen. Hieronder volgen de belangrijkste vier.
Concurreren met Islamitische Staat
De val in 2011 van de leider van Libië, kolonel Khadafi, zorgde voor een verspreiding van militanten en oorlogswapens in de landen van de Sahara en de Sahel. AQIM is een van de groepen die hiervan hebben geprofiteerd. Maar het gat dat met de dood van Khadafi in zijn eigen land viel, is daar inmiddels voor een deel opgevuld door Islamitische Staat (IS).
IS vond in Afrika eerder een bondgenoot in de Nigeriaanse terreurbeweging Boko Haram, die vooral actief is in het noordoosten van het land en over de regionale grenzen. Maar van samenwerking in de praktijk is nauwelijks sprake. IS is er meer op gericht zelf nieuwe strijders te winnen en gebied te veroveren door langzaam vanuit de Libische kust richting de Sahel te trekken.
IS vindt daarbij AQIM op zijn pad. Al Qaida in de Islamitische Maghreb is er niet in eerste instantie op gericht grote gebieden te besturen, zoals IS in Irak en Syrië dat wel doet. Maar AQIM ziet zich in de gebieden waar het actief is wel als de enig ware representant van de radicaal-soennietische islam.
Door zijn ideologische boodschap en door zijn acties hoopt AQIM in de regio aan populariteit te winnen en zo ook potentiële strijders en financierders ervan te weerhouden zich bij Islamitische Staat aan te sluiten. Voordeel daarbij voor AQIM is dat deze beweging veel diepere wortels binnen de regionale bevolkingsgroepen kent.
Opereren in fragiele staten
Op 18 maart vonden in Niger twee aanslagen plaats. Een ervan werd opgeëist door Boko Haram, de ander door AQIM. Beide groepen kunnen in het land relatief makkelijk aanslagen plegen, onder meer omdat de veiligheidsdiensten in het land onvoldoende functioneren.
Dat gold, en geldt, bijvoorbeeld ook in Nigers buurland Mali. Het woestijnachtige noorden van dat land werd in 2012 onder de voet gelopen door opstandige Toearegs en buitenlandse jihadisten die aan AQIM zijn gelieerd. Momenteel is alleen in Mauritanië sprake van een redelijk georganiseerde inlichtingen- en veiligheidsdienst.
Sommige landen in het gebied staan al lang bekend als fragiele staten. Voor andere is dat pas recentelijk gebleken. Zoals Burkina Faso. Toen daar president Blaise Compaoré na een korte volksopstand besloot zijn land te ontvluchten, verdween met hem ook het overzicht op mogelijke islamistische bedreigingen.
Het resultaat hiervan was de aanslag van AQIM op een hotel en restaurant in de hoofdstad Ouagadougou, in januari van dit jaar. Daarbij kwamen dertig mensen om het leven.
Ageren tegen vroegere koloniale machten
Vooral Frankrijk is voor AQIM de gebeten hond. Het land heeft in de regio zo'n 3.500 militairen gelegerd. Zij zijn in diverse landen actief. AQIM noemt hen 'kruisvaarders', maar voor Frankrijk speelt een tegenstelling tussen islam en christendom geen enkele rol.
De meeste landen in het gebied zijn vroegere Franse kolonies, van staten in de Maghreb als Algerije tot die in West-Afrika als Ivoorkust. Er wonen niet alleen vele duizenden Fransen, zij zijn het vaak ook die er lang na de onafhankelijkheid nog steeds de machtigste economische posities innemen.
Niger levert hiervan een voorbeeld. Het straatarme land is voor Frankrijk belangrijk vanwege de Franse uraniummijn in Tarlit, zo'n duizend kilometer van de hoofdstad Niamey. Critici menen dat Frankrijk landen als Niger als een wingewest behandelt. Niet toevallig pleegde een splintergroep binnen AQIM in 2013 een aanslag op deze mijn.
Bij de drie recente aanvallen van AQIM op hotels in West-Afrika (in Mali, Burkina Faso en Ivoorkust) kwamen vooral burgers uit die landen om het leven. Maar de terreurgroep koos er bewust voor om plekken onder vuur te nemen die bij westerlingen in het algemeen en Fransen in het bijzonder populair zijn.
Rekruteren van kansloze jongeren
Alle kenners van de Maghreb en de Sahel zijn het erover eens dat de vaak uitzichtloze positie van jongeren in het gebied de vruchtbaarste voedingsbodem is voor radicale bewegingen als AQIM. Het geldt natuurlijk ook elders in Afrika. 'Al-Shabaab', de van oorsprong Somalische terreurgroep, betekent zelfs 'de jeugd'.
Net als in andere delen van het continent, is in de Maghreb en de Sahel zo'n driekwart van de bevolking jonger dan 35 jaar. De officiële cijfers voor jeugdwerkloosheid in de landen van het gebied liggen rond de 30 procent. In werkelijkheid is dat cijfer dus waarschijnlijk aanzienlijk hoger.
De vooraanstaande denktank International Crisis Group (ICG) noemt in een rapport uit maart 'het gebrek aan kansen voor een groeiende jeugdpopulatie' als een van de belangrijkste redenen voor de groeiende aantrekkingskracht van groepen als Aqim. Landelijke overheden weten hiervoor nog nauwelijks alternatieven te bieden.
Volkskrant - Kees Broer (29 April 2016)
Moeders zien hun ontvoerde dochters in video van Boko Haram
Ze slaan hun ogen neer, kijken strak naar de grond en spreken alleen als hun iets wordt gevraagd. De 'meisjes van Chibok', woensdag te zien op een door CNN uitgezonden filmpje, maken de indruk bang en geïntimideerd te zijn, maar een teken van leven is het wel. Het laatste levensteken verscheen kort na hun ontvoering door de Nigeriaanse terroristische groepering Boko Haram, donderdag precies twee jaar geleden.
Het filmpje zou op 25 december vorig jaar zijn opgenomen en is door een lid van het Nigeriaanse onderhandelingsteam naar de tv-zender gelekt. Te zien is hoe vijftien meisjes, gekleed in gewaden die alleen hun gezichten vrijlaten, antwoord geven op een aantal vragen: hoe ze heten, waar ze vandaan komen. Chibok, is het antwoord. Een van hen zegt: 'We maken het allemaal goed.' Familieleden hebben tegenover CNN hun identiteit bevestigd.
Ouders blijven met veel vragen achter, bijvoorbeeld waarom de regering van president Buhari hun niet eerder heeft laten weten dat hun dochters nog in leven zijn. Donderdag gingen honderden Nigerianen in verschillende steden de straat op, als onderdeel van de campagne 'Bring Back Our Girls'. Ze zijn boos dat de regering er maar niet in slaagt de meisjes terug te krijgen. Ook stond er een bezoek aan Chibok gepland van vicepresident Yemi Osinbajo. Die vervangt president Buhari, deze week op staatsbezoek in China.
In de nacht van 14 april 2014 ontvoerden de islamisten 276 schoolmeisjes, van wie enkele tientallen wisten te ontsnappen. 219 meisjes blijven vermist. Volgens Nigeriaanse regeringsfunctionarissen werden ze bij hun kidnapping naar het Sambisa-woud meegenomen, een natuurgebied twee keer zo groot als Nederland tussen de noordoostelijke stad Maiduguri en de grens met Kameroen. Het filmpje is naar verluidt door de groepering gemaakt om tegenover de Nigeriaanse regering te bewijzen dat de meisjes nog in leven zijn. Waarschijnlijk worden ze in gescheiden groepjes vastgehouden.
Boko Haram nog lang niet verslagen
De nieuwe Nigeriaanse president Buhari was voorbarig toen hij zei dat de moslimterroristen 'technisch verslagen' zijn. Het leger kan de bevrijde burgers niet beschermen tegen aanslagen. Lees hier het verslag van correspondent Kees Broere.
Over de toestand van de meisjes is weinig bekend, maar analisten houden er sterk rekening mee dat ze als seksslavinnen worden gebruikt. In mei 2014, kort na hun ontvoering, dreigde Boko Haram-leider Abubakar Shekau hen als slavinnen te verkopen of als bruiden te geven aan zijn strijders. Vrouwen die eerder uit handen van de groepering wisten te ontsnappen, onderschrijven dat beeld. 'Ze zeiden: als je niet met ons trouwt, doden we je', citeert Unicef Khadija van 17.
Het nieuw verschenen Unicef-rapport wijst erop dat de meisjes mogelijk worden ingezet voor het plegen van aanslagen, een beproefde tactiek van Boko Haram. Eind maart wisten Kameroeners ternauwernood te voorkomen dat een 12-jarig meisje zich opblies. Ze zei een van de Chibok-meisjes te zijn, maar dat bleek onwaar. Het aantal kinderen dat bij zelfmoordaanslagen wordt ingezet, is het voorbije jaar gestegen van 4 naar 44. Driekwart van hen waren meisjes. 'Sommige gemeenschappen beginnen kinderen te zien als bedreiging', zei regionaal directeur van Unicef Manuel Fontaine. 'Hoe kan een gemeenschap aan wederopbouw doen wanneer ze haar eigen zussen, dochters en moeders verstoot?'
Hoewel het Nigeriaanse leger Boko Haram heeft verdreven uit de steden en dorpen in het noordoosten, is het gevaar van aanslagen niet geweken. Zelfs al worden de meisjes op termijn bevrijd, zoals de regering-Buhari belooft, dan nog is de vrees dat ze het stigma van Boko Haram behouden.
Volkskrant - Jenne Jan Hotland (14 april 2016)
Tientallen kilo's munitie in Rotterdams huis terreurverdachte Anis B.
In het Rotterdamse appartement waar de vorige week opgepakte terreurverdachte Anis B. verbleef, is 45 kilo aan munitie gevonden. Het gaat om kogels van het kaliber 7.62, die worden gebruikt voor kalasjnikovs. Dat bevestigt een woordvoerder van het Landelijk Parket tegenover de NOS.
B. werd vorige week zondag in Rotterdam-West op straat aangehouden door de speciale antiteurreureenheid DSI. B. werd sinds december door Frankrijk gezocht. Hij bleek te verblijven in een appartement aan de Burgemeester Meineszstraat.
Justitie kwam B. op het spoor na de arrestatie van zijn vriend Reda Kriket, anderhalve week geleden in Parijs. Die reed rond in een auto die op naam stond van B. In een woning in Argenteuil vond de politie een groot arsenaal aan wapens, waaronder aanvalsgeweren, handpistolen, chemicaliën en springstof. Volgens de Franse justitie was Kriket een aanslag aan het voorbereiden en is die met de inval verijdeld. 'Alles wijst erop dat de ontdekking van dit arsenaal een daad van extreem geweld door een terreurnetwerk heeft voorkomen.'
Anis B. werkt niet mee aan zijn snelle uitlevering naar Frankrijk. Volgens het Openbaar Ministerie betekent dit dat de rechtbank binnen negentig dagen moet beslissen of de vermeende terrorist wordt uitgeleverd.
Mannen uit Algerije
Toen politie en justitie in Nederland bezig waren met het opsporen van de 32-jarige B. kwamen ook drie mannen uit Algerije in beeld, die eveneens vorige week zondag in Rotterdam zijn opgepakt. De onderzoeksrechter heeft vorige week woensdag het voorarrest van twee van hen (43 en 47) met twee weken verlengd. Het Openbaar Ministerie had daar om gevraagd.
Justitie verdenkt ze van deelname aan een terroristische organisatie. Voor een derde man die tijdens dezelfde antiterreuractie werd opgepakt, is geen verlenging van zijn hechtenis gevraagd. Hij heeft geen vaste woon- of verblijfplaats.
Vrouwelijke Syriëganger
Dinsdag kwam naar buiten dat een vrouwelijke Syriëganger uit Rotterdam, die deze maand naar Nederland terugkeerde, is opgepakt. Terreurgroep IS zou haar toestemming hebben gegeven om hun zelfverklaarde kalifaat te verlaten omdat haar gezondheid erg slecht was.
Het OM bevestigt dat de 23-jarige vrouw op 17 maart op Schiphol is opgepakt en zegt dat zij door Turkije het land was uitgezet. Ze wordt verdacht van terrorisme en lidmaatschap van een terroristische organisatie en blijft zeker nog drie maanden vastzitten. De Syriëgangster, die van Marokkaanse afkomst is, zou ruim een jaar geleden naar IS-gebied zijn afgereisd.
De Rotterdamse verblijft momenteel in de penitentiaire inrichting in Scheveningen.
Volkskrant - 4 April 2016
Hoe kunnen inlichtingendiensten beter samenwerken?
Hoe zit het nu precies met de uitlevering van zelfmoordterrorist Ibrahim el Bakraoui via Turkije aan Nederland? En waarom verdween hij uit het zicht? Hoe kunnen inlichtingendiensten beter samenwerken? Kamerleden hebben nog veel vragen na het eerste debat met minister Van der Steur (Veiligheid, VVD). Volgende week moet hij wederom uitleg geven in het parlement. Ondertussen blijken er een paar hardnekkige misverstanden te bestaan.
Bij deze vraag gaat het al mis. Media en politici halen structureel politiediensten en inlichtingendiensten door elkaar, terwijl er fundamentele verschillen zijn. De politie is er voor handhaving van de openbare orde en opsporing van strafbare feiten. De inlichtingendienst is niet zozeer geïnteresseerd in strafbare feiten - een politietaak immers - maar probeert informatie te verzamelen over zaken die de nationale veiligheid kunnen bedreigen. Om het lastig te maken: er zijn ook politiediensten met inlichtingenafdelingen, zoals de politie van New York. Na de aanslagen in New York richtte die dienst zelf een inlichtingentak op met kantoren in diverse landen.
Informatie over El Bakraoui kwam, volgens minister Van der Steur, via verschillende kanalen naar Nederland. De politieliaison op de Nederlandse ambassade in Washington ontving op 16 maart 2016 een tip over El Bakraoui van de politie van New York. De liaison heeft deze informatie zoals gebruikelijk zonder vermelding van de herkomst doorgestuurd naar de politie in Nederland.
Ook ontving Nederland op 14 juli 2015 een bericht van de Turkse autoriteiten over de arrestatie van El Bakraoui en zijn uitzetting naar Nederland. Dit bericht, naar een elektronische portal verzonden, werd niet geopend.
Waarom verloopt de communicatie tussen al die geheime diensten zo moeizaam?
Voor die omslachtigheid is een goede reden. Inlichtingendiensten zijn voor bruikbare inlichtingen afhankelijk van een sterke informatiepositie. Die krijgen ze onder meer door gebruik te maken van infiltranten, maar ook van afluisterlocaties. Elk land zorgt voor zijn eigen informatiepositie. Ook dat heeft een goede reden: Nederland wil zelf weten wat er in bijvoorbeeld Turkije gebeurt en niet afhankelijk zijn van Turkije of andere landen. Tegelijk is het niet kies om in andere landen te spioneren en informatie kan sporen van bronnen of afluisterplekken bevatten. Maar in die zoektochten naar informatie stuiten geheime diensten soms op inlichtingen die voor meer landen nuttig zijn, bijvoorbeeld over mogelijke terroristen. Als zij deze informatie delen, is dat onder voorwaarde dat de informatie niet herleidbaar is naar de bron. Dat compliceert de gegevensuitwisseling en verdere verspreiding van de informatie.
Om uitwisseling makkelijker te maken hebben alle serieuze inlichtingendiensten bijvoorbeeld liaisons op ambassades in het buitenland zitten. Zo heeft de AIVD naar schatting enkele tientallen verbindingsofficieren op ambassades. Waar die precies zitten, is geheim. Maar ook politie en Defensie kennen zulke attachés. Voorbeeld: op de ambassade in Ankara zit de Nederlandse politieliaison, maar in Istanbul zit weer de liaison voor terrorismezaken.
Wat wordt er gedaan om de gegevensuitwisseling te verbeteren?
De Belgen en de Fransen hebben sinds de aanslagen in Parijs bij elkaars inlichtingendiensten een verbindingsofficier geplaatst
Belgische veiligheidsdienst VVSEHet beeld dat er nauwelijks informatie gedeeld wordt, is niet juist. Om een voorbeeld te geven: de Belgische veiligheidsdienst VVSE onderhoudt bilaterale relaties met 93 buitenlandse geheime diensten. In 2015, zo zegt de dienst in een reactie tegen de Volkskrant, werden meer dan 16 duizend 'nota's' uitgewisseld tussen de VVSE en buitenlandse inlichtingendiensten. Los van de liasons gaat dit op diverse andere manieren. Zo gaat er geen dag voorbij of er komen buitenlandse inlichtingenmensen op bezoek bij de AIVD in Zoetermeer.
Om te zorgen dat Nederlandse diensten goed met elkaar delen en cruciale informatie niet onopgemerkt blijft, is vlak na de aanslagen in Madrid in 2004 op voorspraak van de AIVD de CT-Infobox opgericht. Diverse diensten, zoals de militaire inlichtingendienst, nationale politie, marechaussee, FIOD en de NCTV, kunnen brokjes informatie in de box doen zonder de bron te vermelden. Zo kunnen tien verschillende diensten over dezelfde informatie beschikken en wordt het bron-bezwaar opgeheven.
Toch kan er veel verbeterd worden. Internationaal gaat er nog veel mis. Dit voorjaar besloten dertig Europese geheime diensten reeds bestaand platform voor informatie-uitwisseling te verbeteren. Niet alleen wordt er louter gedeeld, de informatie wordt nu ook geduid en geanalyseerd. Dat loopt nog stroef. Een noviteit is dat een voorheen ondenkbaar geachte uitwisseling nu ook blijkt plaats te vinden: de Belgen en de Fransen hebben sinds de aanslagen in Parijs bij elkaars inlichtingendiensten een verbindingsofficier geplaatst, zegt de VVSE.
Hoe kon iemand die op een Amerikaanse terrorismelijst staat vrij door Europa reizen?
Dat zou niet moeten kunnen. Maar zelfmoordterrorist El Bakraoui stond pas sinds september vorig jaar op een Amerikaanse terroristenlijst, terwijl de Turkse melding van juli dateert. Bovendien staan er zeer veel mensen op de lijst; op een zeker moment in 2015 stonden er wereldwijd 1,2 miljoen namen op. En wat voor één dienst kwalificeert als terrorist hoeft niet voor een andere te gelden. Toch is het merkwaardig dat vorig jaar El Bakraoui op het vliegtuig naar Turkije - en richting Syrië - kon gaan terwijl hij in België onder voorwaarden vrij was gekomen.
Van de tien jaar die hij had moeten zitten vanwege het schieten op politieagenten, had hij pas een derde gehad. Wist België niet dat hij geradicaliseerd was? Of wisten de Amerikanen meer?
Er zijn nog tal van essentiële vragen die nu nog niet beantwoord zijn. Bijvoorbeeld: wanneer drong bij Nederlandse en Belgische inlichtingendiensten door dat de gebroeders El Bakraoui tot het terroristennetwerk rond de coördinator van de Parijse aanslagen behoorden? Vijf dagen vóór de aanslagen in Brussel, op 17 maart, overlegden Nederland en België over hen, beweert Van der Steur. Was toen pas duidelijk hoe gevaarlijk El Bakraoui was? Een bron bij de Belgische inlichtingendienst zei woensdag in De Morgen dat toen Turkije informatie gaf over de banden van El Bakraoui met een terroristennetwerk - begin 2016 - die informatie voor hen al achterhaald was. De bron: 'Daar waren we toen ook wel achter.' De vraag is: wanneer wist België dat El Bakraoui een terrorist was en wanneer was die informatie in Nederland bekend?
Waarom België een vrijplaats is voor terroristen
Als in Brussel dinsdag de bommen ontploffen, zijn Belgische terrorisme-experts niet verrast. Politiediensten werken niet samen, de geheime dienst is te klein en politici sussen van alles weg. Gaat dat goed komen?
Strak interieur, veel glas en nieuwe elektronische borden: metrostation Kunst-Wet oogt dankzij een miljoeneninvestering als nieuw. Reizigers haasten zich hier op dinsdagochtend 22 maart door het industriële decor naar boven. Onder hen veel parlementariërs, op weg naar het nabijgelegen Natieplein 1. In de vroege middag staat voor hen een belangrijke bijeenkomst op de agenda: de Kamercommissie voor geheime diensten wordt bijgepraat over de slechte staat van anti-terrorismedienst OCAD.
Zeshonderd meter verderop daalt Khalid el Bakraoui af naar de perrons van station Maalbeek. Om 09:11 uur drukt hij in een volle metro op het ontstekingsmechanisme van zijn bom. Direct gaat Brussel op slot. Parlementariërs moeten binnenblijven. De bijeenkomst over het disfunctioneren van de terrorismedienst zal die dag niet meer plaatsvinden.
Khalid el Bakraoui maakte deel uit van een zogenoemde 'slapende cel': een groep terroristen die zich laat opgaan in een gemeenschap om op commando toe te slaan. 'Brussel' is niet hun eerste werk. Al ruim een jaar houdt deze groep van minimaal dertig leden België in z'n greep.
Eén terroristencel die in staat blijkt om twee grote aanslagen te plegen en diverse pogingen daartoe te ondernemen; het is uniek, maar typeert ook het Belgische probleem. Het land is niet in staat gebleken de groep een halt toe te roepen, ook al had men de cel al jaren in het vizier. Neem Abdelhamid Abaaoud, een twintiger die in januari 2015 op het punt stond om verschillende politieposten in Verviers aan te vallen.
De aanslag werd op het laatste moment verijdeld door een inval in een safehouse, maar Abaaoud ontkwam en bleek in staat om de reeks aanslagen in Parijs, tien maanden later, te organiseren. Hij stelde de commando's samen, kocht materialen voor de bommen en zorgde voor het vervoer naar Frankrijk. Hoe kan dat?
Er zijn al langer klachten over de Belgische veiligheidsdiensten. Bernard Snoeck, tot drie jaar geleden werkzaam bij de inlichtingendienst van het Belgische leger, schrijft pal na de aanslagen op dinsdagochtend woedend zijn onvrede op in een blog.
Kwijtgeraakte generatie
Brice De Ruyver kent het Belgische veiligheidsapparaat als geen ander. Vanaf april 2000 was hij de nationale veiligheidsadviseur van premier Verhofstadt en vanaf 2003 voorzitter van het coördinerend comité voor inlichtingen en veiligheid.
De Ruyver ziet dat België een generatie aan jongeren is kwijtgeraakt. Dat begon in de jaren negentig. 'Al twintig jaar lang hebben we complete eilanden in de samenleving; no-gozones die zijn afgeschermd van politie en justitie.' Het zijn de wijken in onder andere het westen en zuiden van Brussel. Daar floreert de illegale economie. Jongeren leven van drugs- en wapenhandel. Ze hebben geen opleiding, geen zicht op een baan. 'We hebben vrijhavens in onze rechtsstaat laten ontstaan. Ontoelaatbaar.'
De oorzaak: 'Politie en justitie werden tot 1995 verwaarloosd, politiek en budgettair. Er is altijd veel geld gegaan naar de uitbouw van de welvaartsstaat, te weinig naar de bescherming ervan.' Meer dan 5.000 politieambtenaren kent Brussel, nu verdeeld over zes politiezones. De capaciteit wordt niet goed benut volgens De Ruyver. Politie zit vooral 'in de dure wijken'. 'Er is meer nodig in west en zuid.'
Zoals andere West-Europese landen zag België het terrorisme vooral als een internationale aangelegenheid. De Ruyver: '9/11 zagen wij als een Amerikaans probleem met de moslimwereld, de moord op Van Gogh als een Nederlands probleem. Het heeft ons wel de ogen geopend.' Dit verandert helemaal na de aanslagen in Madrid en Londen. '2005 was een kanteljaar. We kregen te maken met radicalisering in België. We waren nog geen doelwit maar werden gebruikt als doorvoerhaven en schuilplek. Onze internationale instellingen zouden weleens doelwit kunnen zijn, realiseerden we ons.'
Maar ondanks dat die analyse al vroeg werd gemaakt, weten de diensten het aantal radicaliserende jongeren niet te remmen. Dat komt door enkele hardnekkige problemen in het Belgische veiligheidsapparaat. De federale en de lokale politie delen nauwelijks informatie met elkaar, laat staan de geheime dienst Staatsveiligheid (VSSE) en de politie. Burgemeesters van verschillende politieke signatuur weigeren soms met elkaar te praten. Bovendien zijn er capaciteitsproblemen. Om de informatie-uitwisseling te bespoedigen, richt België de coördinerende terrorismedienst OCAD op.
Vanaf 2007 neemt de druk op de veiligheidsdiensten toe. De dossiers worden talrijker en dikker. De Ruyver: 'Het ganse potentieel aan kansloze jongeren in de Brusselse wijken begon zich tegen ons te keren.' Hij concludeert dan al: dit gaan we niet houden. De militaire dienst en de Staatsveiligheid hebben te weinig middelen en te weinig Arabisch sprekend personeel. De Staatsveiligheid, waar ongeveer vijfhonderd mensen werken, krijgt bijvoorbeeld pas in 2006 bevoegdheden voor het afluisteren van telefoons. De Ruyver: 'Er is meermaals bij politici aangeklopt om te zeggen dat de diensten het niet aan konden.'
Alleen, de crisis barst los in 2008 en in plaats van investeren gaan politici bezuinigen. De inlichtingendiensten worden daarbij niet ontzien. De weinig beschikbare middelen om te investeren gaan vooral naar sociaal-economische doelen.
De terrorismedienst OCAD groeit langzaam, het aantal analisten loopt op tot 40. Om de dreigingsanalyses goed te kunnen maken, is de dienst afhankelijk van informatie van veiligheidsdiensten, politie en ministeries. Na analyse van die informatie wordt het dreigingsniveau voor België vastgesteld.
Moeten de Belgen het zelf doen?
Na de aanslagen in Parijs van 2015 besloten de Belgische en Franse inlichtingendiensten voor het eerst verbindingsofficieren in elkaars hoofdsteden te stationeren. Tot die tijd was er wel sprake van samenwerking, maar minder intensief. Dat verklaart de Belgische inlichtingendienst VSSE in antwoord op vragen van de Volkskrant.
Het tekent de terughoudendheid in internationale samenwerking tussen inlichtingendiensten. De Belgische dienst onderhoudt wel bilaterale contacten met 93 diensten in 69 landen, verdeeld over de vijf continenten. In dat netwerk gingen in 2015 zo'n 16 duizend berichten over en weer volgens de VSSE.
Het delen van informatie tussen inlichtingendiensten is een heikel punt. Diensten zijn geneigd informatie selectief te delen, uit angst hun bronnen prijs te geven. Ook speelt de zogenoemde 'derde-landregel' mee: landen mogen informatie van een bevriend land niet met anderen delen. Om dit te ondervangen richtten dertig Europese geheime diensten dit voorjaar een platform voor informatieuitwisseling op. Maar dat loopt nog steeds uiterst stroef.
Maar dat is niet de belangrijkste verantwoordelijkheid van het OCAD. Het orgaan heeft een geheime lijst met namen van potentiële terroristen. Volgens strafrechtadvocaat Abderrahim Lahlali, die de afgelopen jaren zeven Syriëstrijders bijstond, staan daar zo'n 800 personen op, onder wie de 130 mannen die reeds uit Syrië terugkeerden. Van alle 800 personen wordt een dreigingsanalyse gemaakt. Maar dat ging de laatste jaren flink mis. Juist daarover zouden de Belgische parlementariërs dinsdag 22 maart worden bijgepraat.
De veiligheidsdiensten stuurden ongefilterde informatie naar het OCAD, blijkt uit mediaberichten, waardoor het orgaan met veel te veel ruwe data werd opgescheept. Ook zou het OCAD zijn eigen regels om analyses te maken zelden hebben nageleefd. Er waren geen duidelijke criteria om de ernst van de dreiging te bepalen. Advocaat Lahlali: 'Zo wist eigenlijk niemand hoe groot het gevaar was van de mannen op die lijst, en dus ook niet hoe strak ze in de gaten moesten worden gehouden.'
Er gaat meer fout in de Belgische terrorismebestrijding. Het rekruteren van mensen uit de doelgroepen, uit de directe omgeving van geradicaliseerde jongeren, lukt niet. 'Hoe kan je moslims in bepaalde wijken onderzoeken als je niet eens in staat bent de informatie die tussen de straatstenen ligt op te rapen?', vraagt Lahlali zich af. 'Men is afhankelijk van tipgevers, personen die geld nodig hebben. De Marokkaanse veiligheidsdienst weet meer uit Molenbeek dan de Belgische.'
De tekst gaat verder onder het beeld.
Gebrek aan analisten
'Binnen een minuut had ik de analyse gemaakt', zegt Luc Verheyden, tot 2010 onderdirecteur van het OCAD. Dertig jaar werkte hij als anti-terrorismedeskundige bij de Belgische overheid. Hij is 's lands meest ervaren terrorismebestrijder. Verheyden is thuis als hij via de radio hoort van 'twee incidenten op luchthaven Zaventem'. De arrestatie van Salah Abdeslam, een vooraanstaand lid van de cel, vier dagen eerder, kan hij niet los zien van de explosies nu. 'Met die aanhouding was de cel niet opgerold of stilgelegd. Er waren twee opties: of Abdeslam was de leider en de cel zou zich anders organiseren of hij was niet de leider en de cel zou laten zien dat die nog operationeel was. De klassieke middelvinger na een arrestatie.'
Het toont volgens Verheyden de 'revolutie' die IS heeft doorgemaakt. De organisatie blijkt in staat zich telkenmale aan te passen. Communiceren gaat volgens Verheyden onder meer via sociale media. 'In een dossier stond hoe dat ging: Abaaoud logde in Syrië in op een profiel op Facebook een schreef een bericht zonder dat te versturen. Iemand anders logde later vanuit België in op hetzelfde account en kon zo het conceptbericht lezen.'
Doordat de jongeren maanden in hun gemeenschap opgaan, is het complexer hun bewegingen na te gaan. Voor het 24 uur volgen van één persoon zijn zeker 25 analisten nodig. Om alle teruggekeerde Syriëgangers in de gaten te houden, zijn ruim drieduizend mensen nodig. De geheime dienst VSSE beschikt naar verluidt over nog geen vijfhonderd krachten. 'Wij geven geen cijfers over onze capaciteit', zegt de dienst. 'We kunnen wel zeggen dat we een kleine dienst in een klein land zijn.'
Ook De Ruyver ziet dat de jongeren vanuit Syrië worden aangestuurd. 'Zonder back-up vanuit Syrië hadden ze dit nooit voor elkaar gekregen. Het is bedacht en aangestuurd vanuit Syrië.' Hij noemt de daders 'losers'; kleine en grotere criminelen die dankzij IS een doel hebben gekregen.
De Ruyver: 'Abaaoud werd door IS strateeg gemaakt. Er was niks strategisch aan die jongen. Alles werd door Syrië gecoördineerd. Hij was een drugsgebruiker en crimineel zonder doel in zijn leven.' Dat brengt De Ruyver terug naar zijn eerdere analyse. Een generatie kwijtgeraakte jongeren in de Brusselse wijken is een enorm potentieel gebleken voor de jihad. 'Het is geen wonder dat wij relatief de meeste Syriëgangers van Europa hebben.'
Andere geheime diensten
Merkwaardig genoeg stonden veel van de 30 terroristen al op lijsten van verschillende inlichtingendiensten. Neem Ibrahim El Bakraoui, de oudste van de twee broers, die zichzelf opblies op de luchthaven. Hij stond op een Amerikaanse lijst met terreurverdachten, was in het vizier geweest van de Belgische diensten, werd door Turkije opgepakt in Gaziantep en na een waarschuwing uitgezet naar Nederland in juli 2015.
Hij had een stevig crimineel verleden, schoot in 2010 met een kalasjnikov op de politie, kreeg tien jaar cel maar kwam vervroegd vrij en reisde nadat hij uit de gevangenis was gekomen richting Syrië. Turkije meldde zijn uitzetting aan Nederland en België. Toch kon hij, nadat hij 14 juli op Schiphol was geland, in de anonimiteit verdwijnen. Het lijkt een aaneenschakeling van internationale missers.
Eigenlijk ging het bij alle zeven Syriëstrijders die de Belgische advocaat Walter Damen verdedigde hetzelfde: 'Ze geraakten voor zichzelf in uitzichtloze omstandigheden en de meesten gingen op de dool. Sommigen hielden zich bezig met criminaliteit. Ze babbelden met bepaalde mensen, vaak internetpredikers. Mensen die je nooit ziet, ook veiligheidsdiensten niet, en die een idee in hun hoofden planten. Het radicaliseren gaat snel, soms binnen een paar weken.'
Tijdens het verloop van hun levens doen de jongens vaak van alles wat ingaat tegen de Koran. Drugsgebruik en -handel, stelen, gewapende overvallen. Naarmate ze de Koran dichter tegen de borst drukken, wordt die levensstijl een steeds zwaardere last. Lahlali: 'Dat zie je ook in het testament van Ibrahim al Bakraoui: hij zag geen uitweg meer. Met een grote daad wilde hij alles goedmaken.'
Tegen die ongrijpbare gedachtegang moeten de veiligheidsdiensten opboksen. Het is daarom van het grootste belang om Syriëgangers bij terugkomst onmiddellijk te ondervragen en indien nodig vast te zetten, vindt Damen. 'Het best kan dit gebeuren buiten een gevangenis, in een strak gecontroleerd deradicaliseringscentrum.'
Waarom gebeurde dat niet eerder? Het zijn er gewoon te veel, binnen een dag geraak je van Syrië in Brussel
Walter DamenDat gaat nu niet goed. Een cliënt van hem kon na terugkomst uit Syrië zeven maanden vrij rondlopen. Na de aanslagen in Parijs werd hij ineens opgepakt. Damen: 'Waarom gebeurde dat niet eerder? Het zijn er gewoon te veel, binnen een dag geraak je van Syrië in Brussel.'
Voor nu is het te laat. De Belgische veiligheidsdiensten moeten alle zeilen bijzetten om de volgende aanslag te voorkomen.
Eigenlijk, zegt De Ruyver, zou 90 procent van het inlichtingenwerk 'preventie' moeten zijn. Nu ligt de volledige nadruk op het 'stoppen van aanslagen'. Verheyden: 'De staatsveiligheid is als een stiefmoeder behandeld. Al zou je nu de capaciteit drastisch verhogen, dan nog duurt het minimaal twee jaar voordat resultaat zichtbaar is.'
Volkskrant - Willem Feenstra en Huib Modderkolk (26 Maart 2016)
Dit weten we van de daders van de aanslagen in Parijs
In de dagen na de aanslagen in Parijs komt beetje bij beetje informatie naar buiten over de daders.
Achter de aanslagen in Parijs zit een internationaal jihadistisch terreurnetwerk met vertakkingen naar Syrië, België en mogelijk Duitsland. In het weekend werden veertien arrestaties verricht in zowel Frankrijk als België. De Franse justitie maakt jacht op een nog voortvluchtige 26-jarige man, Abdeslam Salah, die dader of medeplichtige is. Van de acht vermoedelijke daders kwamen er zeven om het leven. Zes van hen brachten hun bomgordel tot ontploffing. Dat maakt hun identificatie lastig, er is weinig van hen over.
Bij de aanslagen van vrijdag in en rond Parijs zijn 132 mensen omgekomen en raakten 349 mensen gewond - 44 van hen zijn zwaar gewond. In de muziektempel Bataclan kwamen 89 bezoekers van een rockconcert om het leven door de zwaarste aanslagenreeks in Frankrijk sinds de Tweede Wereldoorlog. Volgens de Franse hoofdofficier Francois Molins waren er vrijdag 'drie nauw met elkaar samenwerkende teams' actief die gebruikmaakten van dezelfde wapens en bomgordels. De verwachting is dat het onderzoek naar de toedracht nog maanden in beslag gaat nemen.
De eerste dader die dit weekend werd geïdentificeerd aan de hand van een vingerkootje dat in de Bataclan werd teruggevonden, was de 29-jarige Omar Ismaïl Mostefai, een 'kleine crimineel' en jonge vader van Algerijnse afkomst. Hij stond bij de Franse inlichtingendiensten bekend als 'geradicaliseerd' sinds 2010, maar was nog niet met terrorisme in verband gebracht. Volgens Le Monde wisten de inlichtingendiensten wel dat hij in 2013 en 2014 maandenlang in Syrië was geweest. Daarna heeft hij zich bij een kleine, salafistische organisatie in zijn woonplaats Chartres aangesloten. Zeven mensen uit de omgeving van Mostefai zijn gearresteerd, waaronder zijn vader, broer en zus. Een van de daders die zichzelf bij het Stade de France opblies, is ook geïdentificeerd. Van hem is alleen zijn leeftijd bekend, twintig jaar, maar nog niet zijn naam.
Naast de Polo werd ook een zwarte Seat Leon gebruikt. Die trof de politie zondag in Montreuil aan, een voorstad van Parijs. Met die auto werden vrijdag tenminste vier bloedige aanslagen op cafés en restaurants gepleegd - de kalashnikovs lagen er nog in. Dat bracht justitie tot de overtuiging dat een dader of handlangers nog voortvluchtig zijn. Zowel de Polo als de Seat waren huurauto's die op naam stonden van twee van de broers. Abdeslam Salah werd op vrijdagavond om negen uur toevallig aangehouden door de politie, kort voor de aanslagen. Maar omdat de agenten niets verdachts zagen, lieten ze hem weer doorrijden. Zaterdagochtend is hij de Frans-Belgische grens overgegaan met twee andere passagiers - hij is toen gecontroleerd, maar werd nog niet met de aanslagen in verband gebracht.
Mostefai woonde tot 2012 in de stad Chartres. Volgens de BCC bezocht hij regelmatig de moskee in Luce, nabij Chartres. Volgens de Franse krant Le Monde komt de man oorspronkelijk uit Courcouronnes. Hij zou in de winter van 2013-2014 enkele maanden in Syrië zijn geweest.
De oudere broer van Mostefai meldde zichzelf bij de politie. 'Het is krankzinnig. Ik was zelf in Parijs vrijdagavond en zag wat een puinhoop het was'. Hij had al jaren geen contact meer met zijn broer na familieruzies maar zei verrast te zijn om te horen dat hij was geradicaliseerd. Mostefai had vijf broers en zussen.
Bij het lichaam van een andere schutter die zichzelf opblies, zou een Egyptisch paspoort zijn aangetroffen
Twee Fransen
Twee omgekomen daders hebben in Molenbeek gewoond, stelde de Belgische justitie tegenover de Belgische omroep VRT. In totaal werden dit weekeinde zeven mensen in Molenbeek opgepakt, twee van hen hebben de Franse nationaliteit. Ook is er een mogelijke link naar Duitsland - de Duitse politie arresteerde een Montenegrijn die op weg was naar Parijs. In zijn auto werden kalashnikovs, springstof en handgranaten gevonden. De man zwijgt.
De link van de jihadisten met Syrië is terug te voeren op een Syrisch paspoort dat bij het voetbalstadion Stade de France werd aangetroffen op naam van de 25-jarige Ahmed Almuhamed. Die zou via Griekenland en Servië naar Frankrijk zijn gereisd. Volgens een Griekse krant was hij in gezelschap van een broer, Mohammed Almuhamed. De krant publiceerde hun namen na het achterhalen van de kaartjes van de veerboot waarmee ze naar de haven van Piraeus voeren. Maar mogelijk gebruikten beide mannen valse papieren. De band tussen het terreurnetwerk en Syrië bleek zaterdag vooral uit de door Islamitische Staat uitgegeven verklaring waarin de actie van de 'broeders' werd toegejuicht en waarin nieuwe aanslagen in het vooruitzicht werden gesteld. President Hollande liet er geen misverstand over bestaan dat hij 'de barbaren van Islamitische Staat' verantwoordelijk houdt.
Volkskrant - Redactie (15 november 2015)
Honderdduizenden leerlingen zitten thuis door terreur Boko Haram
Honderdduizenden kinderen in Niger en Nigeria gaan al maanden niet naar school. Hun scholen zijn dicht uit angst voor aanvallen van de terreurorganisatie Boko Haram. Dat hebben de Verenigde Naties (VN) en de Nigeriaanse overheid vrijdag gemeld.
In het noordoosten van Nigeria gaat het om honderdduizenden kinderen die al anderhalf jaar geen onderwijs krijgen. Scholen waren vaak het doelwit van de terroristen die kinderen ontvoerden, onder wie een grote groep schoolmeisjes. Boko Haram betekent 'Westers onderwijs is zondig'.
Meer dan 150 scholen in Niger, goed voor ongeveer 12.000 leerlingen, zijn gesloten als gevolg van de moorddadige aanvallen van islamisten van Boko Haram in de regio Diffa, in het zuidoosten van het land. Niger werkt samen met partners als de VN een plan uit waarmee de scholieren op het einde van de maand november de lessen zouden kunnen hervatten op veiligere plekken.
In de noordoostelijke Nigeriaanse stad Maiduguri wordt een vluchtelingenkamp gebouwd met 2500 huizen en scholen. De Nigeriaanse overheid hoopt dat het onderwijs volgende maand kan beginnen. Er zijn naar schatting honderdduizenden mensen op de vlucht voor het geweld van Boko Haram. De terreur heeft in de afgelopen zes jaar aan 20.000 mensen het leven gekost.
Volkskrant - Redactie (7 Novemer 2016)
14-jarige Amerikaanse 'terreurverdachte' Ahmed vervolgt studie in Qatar
De 14-jarige Ahmed Mohamed, die vorige maand in Texas werd gearresteerd toen zijn zelfgeknutselde klok op zijn middelbare school werd aangezien voor een bom, verhuist naar Qatar. Dat berichten lokale media, daags nadat de jongen werd ontvangen in het Witte Huis.
Ahmed werd na zijn avontuur met de politie bedolven onder de aanbiedingen van scholen en universiteiten die zijn studies wilden betalen. Zijn familie, migranten uit Soedan die in Dallas wonen, verkozen nu in te gaan op een aanbod uit Qatar. Dat land gaat de studie van zijn zoon betalen, zegt de vader in de krant Dallas Morning News.
Ahmed Mohamed gold als symbool voor de islamofobie die heerst bij Amerikaanse politiediensten. De jongen getuigde na zijn arrestatie hoe zwaar het is om als moslim in de VS te leven.
De jongen werd gisteren ontvangen in het Witte Huis. President Obama zei bij die gelegenheid dat kinderen als Ahmed juist moeten worden aangemoedigd, om te laten zien dat wetenschap leuk is. 'Zolang jonge mensen de antwoorden zoeken op grote vragen, is Amerika tot alles in staat', zei Obama.
Volkskrant - Redactie (21 Oktober 2015)
Neergestoken burgemeesterskandidate wint verkiezingen Keulen
De zaterdag neergestoken burgemeesterskandidate Henriëtte Reker heeft met 52,7 procent van de stemmen de burgemeestersverkiezingen in Keulen gewonnen. De kandidate werd gisteren tijdens het campagnevoeren meermaals gestoken door de 44-jarige Frank S. Haar artsen verwachten dat ze binnenkort het ziekenhuis kan verlaten.
De neergestoken politica deed mee aan de verkiezingen als onafhankelijk kandidaat. Zondag heeft ze kunnen stemmen vanaf de intensive care.
Reker voerde campagne toen ze werd neergestoken door S. 'Ik bevrijd jullie van zulke mensen', zei hij tegen omstanders. Nadat hij uit handen van Reker een roos in ontvangst had genomen, sloeg hij toe met een 40 centimeter lang mes.
Volgens ooggetuigen riep S. ook: 'Ik doe het voor jullie kinderen.' Na zijn daad werd hij overmeesterd door een politieman die in zijn vrije tijd toevallig aanwezig was. Tegenover de politie verklaarde S. tijdens de eerste verhoren: 'Buitenlanders pikken onze banen in.' Ook zei hij bang te zijn dat de islamitische wetgeving in Duitsland wordt ingevoerd.
S. was eind vorige eeuw al actief in kringen van neo-nazi's die het hadden gemunt op buitenlanders. Voor hem was Reker het gezicht van het kwaad: ze staat voor een ruimhartig asielbeleid.
Geen strafblad
Frank S. is volgens Duitse media een uit Bonn afkomstige werkloze huisschilder die vijftien jaar in Keulen woont. Buren omschreven hem als een onopvallende, alleenwonende man. De politie meldt dat hij geen strafblad heeft. Ook was hij niet als potentiële geweldpleger in het vizier.
Toch was daar alle reden toe, volgens de linkse groep Antifa die de activiteiten van ultrarechtse organisaties en personen nauwlettend volgt. Begin jaren negentig was Frank S. aanhanger van de Freiheitlichen Deutschen Arbeiterspartei (FAP), die in 1995 werd verboden. Partijleden waren verantwoordelijk voor brandstichting in opvangcentra voor asielzoekers. Antifa beschikt ook over een foto waarop S. te zien is als deelnemer aan een mars van neonazi's, ter nagedachtenis aan Rudolf Hess, vertrouweling van Adolf Hitler.
Na zijn aanhouding onderging S. een pyschologisch onderzoek. Justitie en politie zeiden zondag in een gezamenlijke verklaring dat hij verantwoordelijk kan worden gehouden voor de steekpartij. S. wordt beschuldigd van poging tot moord en het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Het staat vast dat 'haat jegens buitenlanders' zijn drijfveer was.
Volkskrant - Theo Koele (18 oktober 2015)
Plots stonden de Taliban in zijn straat: 'Het zijn nog kinderen'
Hij is een doodgewone inwoner van Kunduz en de strijd om deze Afghaanse stad vindt plaats voor zijn raam. Als hij nu naar buiten kijkt, ziet hij meestal een lege straat: geen mens waagt zich buiten terwijl er wordt gevochten. Maar er zijn ook Talibanstrijders. Vluchtende ambtenaren. En honderden gevangenen die door de Taliban zijn vrijgelaten.
En een paar uur eerder stonden er talibanstrijders te rommelen aan zijn auto, vertelt de man over de telefoon aan de Volkskrant. Hij haalde drie keer diep adem, ging naar buiten en liep op hen af.
Het waren jonge mannen, die strijders. Kinderen eigenlijk: jongens van dertien, misschien veertien jaar oud. Maar ze waren tot de tanden toe bewapend. 'Ze wilden mijn wagen meenemen', vertelt de man. 'Ik heb hen verteld dat het geen regeringsauto is, maar gewoon de wagen van een burger. Van mij. Toen lieten ze hem staan.'
De man aan de telefoon komt zelf uit Kunduz: hij spreekt de taal en heeft het accent van de regio. 'Burgers worden in eerste instantie met rust gelaten', vertelt hij. Maar zijn baan kan hem in gevaar brengen: de man werkt voor een internationale organisatie die projecten voor de lokale bevolking heeft opgezet. Daarom wil hij niet dat zijn naam wordt gepubliceerd en ook de ngo waar hij voor werkt, mag niet genoemd worden. 'Ik hoop dat de Taliban mijn huis niet binnen komen', zegt hij bezorgd. 'Er liggen hier papieren. Boeken. Mijn laptop.'
Korte stilte.
'Nee, dat zou niet goed zijn.'
Ansar (laten we hem zo maar noemen) werd maandagnacht rond drie uur wakker van het geluid van oorlog. Totaal onverwacht begonnen de Taliban met honderden strijders met een offensief tegen Kunduz en ze rukten vanuit drie verschillende kanten snel op. Er werden raketten afgevuurd. Granaten ontploften. Er klonk artilleriegeschut.
Opgesloten
'Hoge ambtenaren wisten niet hoe snel ze weg moesten komen', vertelt Ansar. Hij zag ze gaan, kijkend door zijn raam: wagens vol, in de richting van de luchthaven die drie kilometer ten noorden van de stad ligt. Ook kantoren van de Verenigde Naties pakten hun spullen en lieten Kunduz achter. Burgers die ook naar de luchthaven probeerden te komen, werden tegengehouden door veiligheidstroepen. Andere uitvalswegen waren door de Taliban geblokkeerd.
Op maandagmiddag is zeker de helft van de stad in handen van de Taliban. Hun witte vlag wappert op het centrale plein en de strijders trekken op naar de luchthaven.
'Wij zitten hier vast', constateert Ansar. 'Opgesloten in onze huizen.'
Hij is niet onder de indruk van de reactie van het Afghaanse leger. 'Maar ze kunnen ook weinig doen', zegt hij. 'Dit is anders dan kleine dorpjes: het zijn smalle straten en huizen vol burgers. Daar kun je geen raketten op afvuren zonder burgerslachtoffers te maken. Veel strijders bevonden zich vannacht al in de stad, in huizen. En veel van die strijders zijn zelf eigenlijk nog kinderen.'
Hij zucht. Klinkt ongemakkelijk. Maakt zich grote zorgen, zegt hij. 'Dit is niet zomaar voorbij. Vandaag zijn de Taliban veel sterker dan gisteren. Ze hebben nieuwe voertuigen veroverd. En wapens, veel wapens. Het kantoor van de gouverneur, de gevangenis - dat ligt allemaal vol en ik geloof niet dat deze wapenvoorraden zijn meegenomen toen het personeel op de vlucht sloeg.'
Ook de gevangenen heeft hij zien lopen, vanuit zijn raam. Honderden mannen, waaronder veel strijders die weer voor de Taliban zullen vechten.
Maar een Middeleeuwse slachtpartij, zoals die tijdens de burgeroorlog in de jaren negentig plaatsvond als er een stad werd veroverd en de mannen van hun commandanten mochten plunderen en verkrachten, die verwacht hij niet. 'Ze zullen tegenstanders oppakken', denkt Ansar. 'En ik vrees dat de situatie zal worden misbruikt om persoonlijke vetes uit te vechten. Dat gaat zeker mensenlevens kosten.'
Weer een zucht. 'Dit komt volkomen onverwacht. Het gebeurt gewoon. En ik heb werkelijk geen idee wat er verder gaat komen.'
Volkskrant - Sasha Kester (28 September 2015)
Maak jouw eigen website met JouwWeb