'Voor jongeren is het leven hier hard, oneerlijk en doods'
Jong in de monarchale dictatuur van Saoedi-Arabië
In het oerconservatieve vorstendom kan de nieuwe generatie het land doen ontploffen. Van de Saoedi's is 70 procent jonger dan 30 en van hen is eenderde werkloos. Een tikkende tijdbom.
Verslaggeversgeluk, zou je het kunnen noemen. Soms, op reportage, valt een gesprek, een ontmoeting, een gebeurtenis je toe als een rijpe vrucht uit de boom.
Het gebeurde kort geleden nabij Dammam, een grote stad aan de oostkust van Saoedi-Arabië. Het Saudi Filmfestival was zojuist afgelopen en drie zusjes zaten buiten op plastic stoelen, onder een kabel met gekleurde lampjes, nog even na te genieten van wat ze hadden beleefd. Vier dagen had het geduurd en vooral de grande finale van vanavond, in de evenementenhal van staatsoliebedrijf Aramco, was top. De filmprijzen waren uitgereikt aan jonge regisseurs, scenarioschrijvers en ander cinematografisch talent. Zoiets als de Saoedische Oscars, wie verzint het! In een land waar bioscopen verboden zijn!
'Ik dacht: gebeurt dit echt?', zegt Sara Alhelal, de middelste van de drie. En met een vrolijke lach: 'Ik huilde bijna vanavond. Dit is zo bijzonder, we zijn alle dagen geweest. Volgend jaar doen we mee als vrijwilliger.' Haar zussen - Ghadeer van bijna 20 en Amira van bijna 30 - bevestigen jaknikkend het aanstekelijke enthousiasme.
Daarmee begint een gesprek dat zich als vanzelf verbreedt tot een fascinerend thema: het leven van jonge mensen in het gesloten, oerconservatieve vorstendom.
Het weinige dat buitenstaanders meestal erover weten, heeft etiketten als 'olie' (veel), 'mensenrechten' (weinig), 'vrouwen' (mogen van alles niet, zoals autorijden) en 'wahabistische islam' (strenger dan waar ook). Verder laten verwende prinsen te veel dollars rollen en overheidsbeulen te veel hoofden, en dat is het dan wel zo'n beetje, al-Mamlaka al-Arabiyya as-Saudiyya, het Koninkrijk Saoedi-Arabië. Westerse journalisten komen er door het strenge visumbeleid maar mondjesmaat.
De drie zussen geven nuance en kleur aan het grauwe beeld, ook al is die kleur niet per se roze. Ze hebben immers veel aan te merken op dat wat de Saoedische samenleving voor hen in petto heeft. 'Voor jongeren is het leven hier hard, oneerlijk en doods', zo vatten ze het samen. Hun grote klacht: er is niets te doen. Geen bioscopen, geen vertier, geen koffiehuizen waar jongens en meiden elkaar ontmoeten.
Vaak gaan ze - zoals veel jongeren in het oosten - in het weekend naar buurland Bahrein, op een half uur rijden hier vandaan. Tenminste, als er geen file staat op de King Fahd Causeway, de snelweg naar het eilandstaatje. Meestal is dat wel het geval. 'Bahrein betekent voor ons vrijheid', zegt Sara, de prater van het stel. 'Je kunt er alles doen wat hier niet mag. Naar de film. Bowlen. Biljarten. Met jongens en meisjes op het terras. Shisha roken. Sommigen - wij niet hoor - drinken alcohol. De kledingcode is niet heel anders, maar je kunt makkelijker je hoofddoek af doen.'
Die autorit, dat is nog een gedoe. Ze zijn thuis met vier zussen. Met z'n allen moeten die één chauffeur delen. In de meeste families gaat dat zo. Meer auto's kan men zich wel veroorloven (voor elke man in het gezin één), maar meer chauffeurs, dat zou te duur worden.
Studie in het buitenland
Sara voelt de beperkingen het sterkst. Zij heeft in het buitenland gestudeerd, twee jaar in Canada, twee jaar in de VS. Daar leerde ze een andere wereld kennen. 'Ik mis alles wat ik daar had', zegt ze. 'Uitgaan. Fietsen. Zwemmen. Ik leerde jazz, tapdansen, voetbal. In Saoedi-Arabië ga je naar het winkelcentrum of op visite. Verder is het sleur. Ons leven speelt zich af op de sociale media. Dáár ontmoeten we onze vrienden.'
Het wensenlijstje wordt verder afgevinkt. Amira is gymjuf, maar Sara zoekt werkt en ook voor Ghadeer is het afwachten of er straks een baan zal zijn. Liefst iets in het theater. Ze zouden soepeler kledingregels willen, niet altijd die lange zwarte jurken. 'Ik ben tiener', zegt Ghadeer. 'In een abaya voel ik me oud.'
Zo wordt in het gesprek veel aangestipt van wat aan de orde is in het huidige Saoedi-Arabië. De regels voor vrouwen. De enorme rol van de sociale media; geen ander land telt naar verhouding zoveel YouTube-gebruikers. De werkloosheid onder jongeren.
Wij zien de ouderen als bekrompen, zij zien ons als te liberaal. Ze zijn bang dat we onze culturele identiteit verliezen
Fahad Albutairi, stand-upcomedian
Dat laatste is 'de moeder van alle problemen', in de woorden van Luay Al-Khatteeb van het Brookings Center in Doha. Een 'tikkende tijdbom'. Van de Saoedi's is 70 procent jonger dan 30 jaar. Van hen is eenderde werkloos. Bij ongewijzigd beleid zal hun aantal explosief toenemen, met de nadruk op explosief.
Met vrees en afgrijzen keken de Saoedische leiders in 2011 naar de Arabische Lente, en gezien de afloop ervan wordt dat sentiment onder de Saoedische bevolking breed gedeeld.
De jonge prins Mohammed bin Salman, zoon van koning Salman en sinds een jaar in feite de machtigste man van het land, gebruikt iets positiever termen in de eind april door hem gepubliceerde blauwdruk voor de transformatie van Saoedi-Arabië tot een dynamische economische grootmacht. 'Onze echte rijkdom', aldus Vision 2030, 'ligt in het potentieel van onze jonge generatie. Zij zijn de trots van de natie en de architecten van onze toekomst.'
Maar dat betekent ook dat die jonge Saoedi's veel harder moeten gaan werken, vooral in het bedrijfsleven, in plaats van blijven hangen in makkelijke en goedbetaalde overheidsbanen. Hoewel armoede ook onder Saoedi's voorkomt, zorgt Vadertje Staat goed voor zijn onderdanen. Aziaten doen het zware werk.
'Van buiten gezien', schrijft auteur Karen Elliott House in On Saudi Arabia, 'functioneert het koninkrijk als één groot hotel. Burgers checken in bij hun geboorte, verblijven geïsoleerd in hun kamers en worden verzorgd door buitenlandse hotelemployees die een bedroevend loontje krijgen uit de royale olieopbrengsten.'
Dit facet kwam niet aan de orde in het gesprek met de drie zusjes Alhelal, zoals er wel meer niet besproken kon worden. Wie in Saoedi-Arabië wil praten over mensenrechten bijvoorbeeld, de invloed van de geestelijkheid of de politieke rol van het koningshuis, moet omzichtig te werk gaan.
Zeggen de mensen wat ze echt denken? Dat is in een repressief systeem altijd maar de vraag. En misschien hebben veel Saoedi's het talent verloren om gedachten te ontwikkelen waarmee ze in problemen zouden kunnen komen.
Het duidelijkst waren mensenrechtenactivisten en kritische intellectuelen die in de krant volstrekt onherkenbaar moesten blijven. Mensen die, terwijl ik in een restaurant met twee van hen zat te praten, elkaar 'Niet te hard!' toe sisten als drie tafels verderop een gezinnetje met jonge kinderen plaatsnam.
Zij konden dingen zeggen als 'Ik veracht het wahabisme, het is erger dan zionisme.' Of ze spraken sarcastisch over de geldsmijterij van de koninklijke familie met haar zevenduizend prinsen. Stuitend rijke types die, zoals kroonprins Salman vorig jaar, feestjes van 8 miljoen dollar geven op de Maldiven.
Angst
De angst is groot, zeker nu het regime harder is geworden en de vrijheid van meningsuiting sinds 2011 ernstig is beperkt. Uit naam van terreurbestrijding wordt elk dissident geluid aangepakt. Menig mensenrechtenactivist zit gevangen of is gevlucht. Ik sprak een oudere, gerespecteerde academicus die in de media volop deelneemt aan het publiek debat. Een op elke drie uitspraken kondigde hij/zij aan met: 'Maar dit is off the record.' En dan zei hij/zij bijvoorbeeld: 'Tot 2011 voelde ik geen angst. Nu wel.'
Koning Salman en zijn zoon Mohammed bin Salman, tweede in lijn van troonsopvolging, hebben gekozen voor sociaal-economische modernisering. Politieke hervormingen staan absoluut niet op hun agenda.
De vraag is of dat afbreuk doet aan het imago van de dynamische prins, die zo onstuimig naar de top is gestormd. De 30-jarige Mohammed is de vooruitgeschoven post geworden van die 70 procent, de kolossale nieuwe generatie die het land kan doen ontploffen.
Hoewel? Op een zwoele donderdagavond in april doen ze weinig meer dan rondhangen op Tahlia Street, de Champs Elysées van de hoofdstad Riyad, waar merken als Gucci, Armani en Prada de neonverlichte toon zetten. In het midden van de weg een oneindige parade van auto's vol jonge mannen die een nieuw weekend tegemoet rijden, op zoek naar reuring die niet zal komen.
Op het terras tegenover Panora Mall zitten de 24-jarige studenten Musa, Tamir en Mohammed achter bierflesjes, gevuld met de frisdrank Holsten Mojito. Groepjes flanerende jonge vrouwen in zwarte abaya's worden schalks vanuit de ooghoeken nagekeken. Dat wat betreft het flirten.
Die knapen daar in de auto's, leggen de studenten uit, hebben meer trucs tot hun beschikking. Briefje met gsm-nummer tegen het raam houden als een auto met meisjes passeert, dat werk. Ze maken grappen over de coffeeshops en het red light district in Amsterdam en vertellen dat hun favoriete zanger, Rabeh Saqer, nummers van Michael Jackson op Arabische tekst zette. Verder? Verder niet zo veel. 'Riyad is nogal saai', stellen ze gelaten vast.
In Vision 2030 lijkt prins Mohammed zijn generatiegenoten op hun wenken te bedienen. De jeugd verdient meer vertier dan shopping mall en Kentucky Fried Chicken. 'We beseffen dat de mogelijkheden voor cultuur en entertainment niet de groeiende aspiraties van onze burgers weerspiegelen', schrijft hij. 'Noch zijn ze in balans met onze welvarende economie.' Er zal ruimte en geld worden vrijgemaakt voor 'getalenteerde schrijvers en regisseurs'.
Klinkt onschuldig, maar in de Saoedische context kan dit brisante materie zijn, met een geestelijkheid en andere reactionaire krachten die permanent loeren naar zedenverwildering en onislamitische fratsen.
'Meestal download ik de films die ik wil zien', had Ghabeer gezegd, het jongste zusje in Dammam. 'Op tv komen ze niet. Of alleen met weggeknipte scènes om ze 'religieus geschikt' te maken, zoals de films van Woody Allen die ik zo leuk vind.'
Tekst gaat verder onder de afbeelding.
Af en toe is koninklijke doortastendheid nodig om door het klerikale bastion heen te breken. Dat is de belangrijkste erfenis van de begin vorig jaar overleden koning Abdullah. In Saoedi-Arabië wordt hij vereerd als een 'hervormer', hoe overdreven dat van buiten gezien ook moge klinken. Kleine stappen zette hij om de positie van vrouwen te versterken, met kabouterslofjes die in Saoedi-Arabië worden beschouwd als zevenmijlslaarzen.
De liberale journaliste Samar Fatany gaf in eigen beheer een behoorlijk kritisch boek uit, Modernizing Saudi Arabia. Fatany opereert op de rand van wat nog mogelijk is in de monarchale dictatuur. Bijtend schrijft zij over de religieuze 'fanatici' en 'extremisten', die veel te veel invloed hebben op staat en samenleving. 'Een land kan niet tegelijkertijd een mondiale leider en een middeleeuwse achterbuurt zijn.'
Voor de koninklijke familie echter heeft Fatany niets dan lof. Die bestaat, meent zij, uit lieden die het beste met het land voorhebben. Vermoedelijk schuilt daarin een forse dosis strategie. Het is in Saoedi-Arabië verstandig slechts in prijzende zin over de monarchie te spreken, des te meer indien je je pijlen richt op het religieuze establishment. Koninklijke rugdekking is dan erg nuttig. Maar waarschijnlijk is Fatany's adoratie voor 'vrouwenkoning' Abdullah oprecht, gezien de zonnige lach die doorbreekt wanneer ze uitroept: 'Oh, I lóóved him!'
Open geest
Veruit de belangrijkste verandering die Abdullah doorvoerde, was een maatregel die kan worden aangeduid met de afkorting KASP. Dankzij het King Abdullah Scholarship Program zijn sinds 2005 honderdduizenden Saoedische jongeren - van wie de helft meisjes - de wereld in gestuurd om op staatskosten te studeren. Ruim de helft in de VS, velen in Groot-Brittannië en Canada.
Na hun studie keren zij terug met een diploma op zak, maar óók met een andere mentaliteit, een meer open geest en kennis van wat er in de wereld te koop is. Dat was ook Abdullah's bedoeling - met het oog op professionele modernisering, zeker niet om een liberale vijfde colonne te creëren.
En natuurlijk vormen de KASP'ers niet zo'n vijfde colonne. Toch is het onvermijdelijk dat met die professionaliteit ook liberale opvattingen het land binnen sijpelen. Jonge vrouwen die van de vrijheid proefden in Londen, Baltimore of Groningen, staan sterker in het leven. Daarmee is het KASP een maatschappelijke hervorming die pas op termijn wordt verzilverd.
Er schuilt een zekere ironie in. Met Saoedische oliedollars wordt het salafistische gedachtengoed over de wereld verspreid, en met dezelfde oliedollars haalt Saoedi-Arabië een westerse levenshouding het land binnen. Overal kwam ik ze tijdens mijn bezoek aan Riyad, Jeddah en Dammam tegen, de afgestudeerde KASP'ers. Slimme, moderne, hartelijke jonge vrouwen en mannen, bij wier perfecte Engels mijn gehaspel bleek afstak. Meestal hadden ze een vet Amerikaans accent.
Sara in Dammam was een van hen, een ander was Fahad Albutairi. Ik ontmoette hem in Studio Gharem in Riyad, een oase van kunst en cultuur in de materialistische stadswoestenij. Fahad was op een paar weken na even oud (30) als prins Mohammed. In Austin, Texas, had hij kennisgemaakt met stand-upcomedy. Bij terugkeer had hij zijn nieuwe hobby voortgezet. Zeven jaar geleden trok hij door de Golfregio met het gezelschap The Axis of Evil Comedy Tour.
'Een rijke bron voor onze programma's is de generatiekloof', zei Fahad. 'Internet en globalisering hebben geresulteerd in een enorme verandering in mentaliteit. Onze generatie ziet de ouderen als bekrompen, zij zien ons als te liberaal. Soms zijn ze zelfs bang dat we onze culturele identiteit verliezen.'
Onvermijdelijk stuit dit in Saoedi-Arabië op het verzet van de religieuze conservatieven. 's Lands leiders, het vorstenhuis, zijn in dat proces zowel spelers als scheidsrechters. De natie berust al sinds haar ontstaan op een grand deal tussen de geestelijkheid en de familie Al Saud. De laatsten besturen het land, de eersten gaan over de samenleving.
Dadendrift
Land, samenleving? Het onderscheid is lang niet altijd duidelijk. Tussen de twee machtscentra wordt een vaak onzichtbare strijd gevoerd om de reikwijdte van hun zeggenschap.
De jonge prins Mohammed komt nog maar net kijken. Ondanks zijn dadendrift heeft hij nog lang niet het gezag dat zijn oom Abdullah genoot. De geestelijkheid kan hij vooralsnog niet kortwieken, gesteld al dat hij dat zou willen. De Saoedische leiders hebben de clerus nodig voor hun legitimiteit. Koningshuis en geestelijkheid stappen hand in hand de toekomst van Saoedi-Arabië binnen.
Grotere avonturen durven de meeste Saoedi's niet aan. Dat kan alleen maar tot ellende leiden, gezien alle tribale, regionale en sektarische breuklijnen. Het huis Al Saud is 'de lijm die Saoedi-Arabië bijeenhoudt' - het is bijna een cliché geworden. 'Het is een afschuwelijke waarheid', zegt - met zichtbare tegenzin - een mensenrechtenactivist (geen naam!) in Riyad. 'Ik haat ze, maar zonder het koningshuis zou Saoedi-Arabië erger worden dan Syrië en Irak bij elkaar.'
Volkskrant - Rob vreeken (10 Juni 2016)
Maak jouw eigen website met JouwWeb